18 "de kritische zin van de mensen verminderd is, en dat "was al in de jaren dertig. Me rkwaardi ge rw ijze wijst hij "als oorzaak daarvoor aan dat nu iedereen naar school "gaat en er zoveel media zijn, zodat men kennis kan ne- "men over van alles en nog wat, maar dat het allemaal "aan de oppervlakte blijft. In dat opzicht vondt deze "Johan Huizinga de tijd dat de mensen minder ontwikkeld "waren en simpeler leefden in eenvoudige gemeenschappen "en minder goed geïnformeerd waren over wat er verder "in de wereld te koop was, maar daar dan ook geen oordeel "over hadden, eigenlijk beter. "Als ik dat doortrek dan geldt datgene wat hij toen "schreef voor de situatie van vandaag in nog veel ster- "kere mate. Zonder dat ik dat toen op dat moment beseft heb, heb ik daar kennelijk aan gedacht toen ik hier wat "voor de televisie verteld heb. Er kan via die kabel ont zaglijk veel informatie op je af komen, zoveel dat je "er de weg niet meer in weet en daardoor niet meer kri- "tisch over de zaken nadenkt, zodat je niet meer tot een "helder oordeel kunt komen. Dat is een gevaar van die "overvloed van informatie die tegenwoordig op de mensen af "komt. Welnu, dat is de achtergrond van die opmerkingen, "mijnheer v.d.Wiele die ik toen gemaakt heb. "Ik heb, zo heeft de heer Bierkens opgemerkt, altijd ruim- "te gegeven aan de wethouders. Dat heeft mij geen moeite "gekost want ik heb altijd gemeend, dat een gemeenschap "besturen het beste in collegiaal verband kan gebeuren. "Het dreigt namelijk altijd mis te gaan waneer één man "het voor het zeggen heeft; een collegiaal bestuur lijkt "mij in een democratie het beste. "Geëmancipeerd wil ik graag worden, maar ik vind het ver- "keerd dat de overheid dat tegen mij zegt. Ik heb al met "mijn vrouw afgesproken dat ik na 1 januari veel in de "keuken zal staan om het koken te leren. Het is op een "gegeven moment ook een kwestie van overleven. "Mijnheer v.d.Wiele ik heb hier het woord ge 1ijkhalend "staan. Dat is het niet. Als iemand mij van mijn ongelijk "kan overtuigen, dan accepteer ik dat graag. Ik heb u al "in mijn verhaal laten horen, dat ik in mijn leven helemaal "veranderd ben en als dat nodig zou zijn, dan zal ik dat "nog wel doen. Het gaat mij niet om het gelijk halen, het "gaat mij er alleen maar om dat wij met elkaar het beste "nastreven voor de burgers. Iedere politieke partij zal "dat ongetwijfeld doen, daarom heb ik ook respekt voor el- Ze constructieve politieke partij. Maar ik denk niet dat "elke politieke partij het op de juiste manier doet en "dan gaat het niet goed, want dan is het niet ten voordele "van de burger. "Daarom vind ik, dat je ook als politicus op welke plaats "je ook zit, altijd moet nagaan: deugen mijn uitgangspun ten, zijn mijn middelen goed,bereik ik inderdaad wat ik "wil? En daar gaat het om. "U hebt nooit geweten wat mijn voornaam was. Het merk- "waardige is, dat in een gesprek met journalisten ook een "dergelijke opmerking is gemaakt. Uit de tot nu toe ge- Zouden toespraken zal wel zijn gebleken dat ik mij echt - 19 -

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1982 | | pagina 274