-12- Integendeelhet stemt mij zeer droevig!Het is een indroe- "vige zaak, dat er in onze Christelijke natie steeds meer van "God en Zijn geboden wordt afgeweken. Ik hoop echter in deze "zittingsperiode, de voorstellen daaraan te toetsen en wan- "neer dat nodig blijkt mijn stem te onthouden. Ik hoop ook "begrip en bovenal gehoor te vinden. "Wanneer ik thans uw aanbiedingsbrief even op de voet mag "volgen, dan treft ik reeds in de eerste alinea een zinsnede "aan die mij uit het hart is gegrepen, n.l. dat de onroerend goedbelasting niet is verhoogd. Het spijt mij overigens, "dat u geen voorstel kon doen de onroerend goedbelasting te verlagen. Het zou mij niet al te veel moeite kosten om uit "het voorgestelde scala van uitgaven een zodanig bedrag te "schrappen, waardoor een forse verlaging kan worden verwezen lijkt. Ik kom daar straks nog wel op terug. "Op blz.2 zegt u, dat het beeld van deze begroting opnieuw het "teruglopen van de financiële positie van de gemeente aan toont. Ik werd bijzonder getroffen door het woordje opnieuw. "De financiële positie is dus al eerder teruggelopen. Ik heb "daar tot nog toe in uw beleid nooit iets van gemerkt. We "klommen als gemeente steeds hoger in de boom.Het kon niet op "Steeds meer werd er geïnvesteerd; het voorzieningenpei1 in "Dinteloord kwam tot een geweldige hoogte. "Maar nu treft dat woord "opnieuw" mij zo!Dan moet er dus "al iets aan de hand geweest zijn. Dat was ook wel zo, alleen "heb ik er, tot mijn spijt, niets van gemerkt. "Ik zou u uit diverse beschouwingen kunnen tonen, dat ik "daar al vele jaren voor heb gewaarschuwd. Ik voelde mij "echter steeds als een "roepende in de woestijn". Los van de "principiële bezwaren, heb ik herhaaldelijk gewezen op een "appeltje voor de dorst, maar ik vond totaal geen gehoor. Er "zal wel gedacht zijn: "Die Sturris ook altijd met z'n "sombere betogen. Laat hem maar praten. Hij kan toch geen "kwaad." Ik herinner er maar even aan,mijnheer de voorzitter. "U brengt ook de nullijn ter sprake. Alhoewel wij geen "landelijke politiek bedrijven, denk ik, mijnheer de voor zitter, dat de nullijn ook geen uitkomst zal brengen. We "zullen aan de minlijn moeten. Ik dacht daar n.l. aan, toen "ik het laatste gedeelte van blz.2 las. Daar schrijft u: Op "dit moment zijn de lopende uitgaven van de rijksoverheid "dermate hoog of de inkomsten dermate laag - het hangt er "maar vanaf hoe men het beziet - dat er een hoog financie ringstekort aanwezig is. "Maar dat is nu juist het hele eieren eten. Het hangt er "helemaal niet vanaf hoe men het beziet. Het is n.l. maar "van één kant te bezien!!! En wel de kant van de uitgaven!!! "Klaarblijkelijk zit je bij de overheid dan aan de verkeerde "kant. De overheid, ook plaatselijk, is steeds bezig het lek "boven water te brengen, niet door de uitgaven te verminderen "maar door dekkingsmiddelen te vinden. Bij de overheid is "het dus niet de tering naar de nering zetten, maar juist "omgekeerd: de nering naar de tering!Mijnheer de voorzit- "ter, ik heb het anders geleerd. "Dat de post voor onvoorziene uitgaven zo laag uitgevallen is "mijnheer de voorzitter, heeft mij ook deugd gedaan en wel "vanwege uw konstateringdat daardoor de investeringen tot "een minimum beperkt moeten blijven. -13-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1982 | | pagina 222