-9- Als men dit alles bij elkaar optelt, dan is de heer Bierkens van mening, dat de nieuwe burgemeester voor een vrij eenvoudige keuze zal staan. Bovendien stelt hij, dat het al moeilijk zal zijn om deze woning te verhuren aan de nieuwe burgemeester. Uiteraard hangt dit mede af van de burgemeester, die wij krijgen. Destijds was de raad blij, dat de heer Boven nog bereid was om deze woning te huren. De stelling van de heer Sturris, dat een ambtswoning voor de burgemeester erbij hoort, is voor de heer Bier kens aanvechtbaar. De heer Sturris zegt, dat er in het verleden altijd een ambtswoning is geweest. Wanneer een predikant beroepen wordt, dan is er een ambtswoning. Dat is nog in iedere plaats in Nederland, meent hij. Een burgemeester is een burgervader, een representatief persoon, vindt hij, en daar moet ook de plaats naar zijn. Hij heeft er al op geattendeerd, dat die plaats er is met veel grond, wat niets kost. Spreker heeft al een alternatief aangedragen om de woning te renoveren. Hij is het met de heer Bierkens eens, dat deze woning zo niet bewoond kan blijven, alleen al gezien de hoge energie- en onderhoudskosten. Wanneer men van renoveren uitgaat, zo heeft hij zich laten voorlichten, dan bedragen de kosten ca. 150.000, Trekken wij daar de eventuele subsidie voor de r.k.meisjesschool af en tellen wij die daarbij, dan hebben wij ca. 300.000,--. Daarvoor kan een gepaste burgemeesterswoning op die plaats gebouwd worden, meent hij. De heer Bierkens zegt, dat het de vraag is of zonder meer een bedrag van 100.000,-- geïnvesteerd kan worden voor een burgemeesterswoning. Het uitgangspunt van de heer Sturris is, dat de gemeenschap 300.000,-- moet opbrengen om de nieuwe burgemeester riant te laten wonen. Spreker heeft daar problemen mee en niet alleen hij, maar ook gedeputeerde staten denkt hij. Volgens de heer Sturris hoort een ambtswoning erbij, omdat dit in het verleden zo was. Toen was het echter zo, dat een ambtswoning voor enkele honderden guldens werd verhuurd. Ook daarin zijn de normen drastisch veranderd. Voor heen werd de tuin bij de ambtswoning gratis onderhouden. Ook dat mag niet meer. Gedeputeerde staten hebben wat dat betreft de normen drastisch bijgesteld, zowel in huur als in onderhoud. Men gaat er vanuit, dat wanneer een burge meester riant wil wonen, hij daarvoor een riante bijdrage zal moeten betalen. Spreker herhaalt, dat het de vraag is of de nieuwe burgemeester bereid is om die riante bijdrage te betalen. Wanneer de nieuwe burgemeester toch de huidige woning, na renovatie, wil bewonen, dan zal hij een huur moeten betalen waarin de renovatiekosten berekend zijn. Daarmee zou de heer Bierkens kunnen instemmen. Om de gemeenschap een hoog bedrag te laten opbrengen om de burgemeester riant te laten wonen, gaat hem te ver. De keus tussen een ambtswoning en de renovatie van de -10-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1982 | | pagina 158