-18- Spreker vindt het jammer dat hij niet persoonlijk afscheid kan nemen van de heer van Steen. De heer Sturriswenst zijn collega het 2e complet van het Wilhelmus toe: Mijn schild en de betrouwen Zijt Gij God, mijn Heer Op U, zo wil ik bouwen Verlaat mij nimmermeer. De heer Hulshof zegt naar aanleiding van de woorden van de voorzitter, dat hij het woord "oppositie" een beladen woord vindt. Want wat is oppositie voeren? Oppositie voeren is eigenlijk nooit ge beurd. Het was voor hem een afgedane zaak wanneer de raad een andere mening erop nahield dan hij. Hierna zegt hij het volgende: "Mijnheer de voorzitter, dames, heren, leden van de "raad. "Toen vier jaar geleden de kandidatenlijst voor "de gemeenteraad was vastgesteld en de propaganda "voor de Partij van de Arbeid begon, stond voor "mij één ding vast: dit is mijn laatste periode als "raadslid. Voor mij hoefde het niet meer; de lol "was er af. Natuurlijk speelde mijn gezondheid "ook mee en steeds weer leefde ik in de hoop de "vier jaren die mij nog restten vol te maken. "Vier jaren mijnheer de voorzitter, die van grote "betekenis zijn geweest, vooral omdat ik in die "periode (zij het onder bijzondere omstandigheden) "het wethouderschap mocht vervullen. Maar nogmaals "onder die omstandigheden hoefde dat niet. Toch "is het een mooie periode geweest. Wel zwaar, maar "het lukte en daar komt bij de verstandhouding in "het college was buitengewoon goed. "Die vier jaren zijn voorbij. Het moment is gekomen "dat er afscheid genomen moet worden en eerlijk "gezegd, ik loop al weken met de gedachte: Hoe zou "dat nu op die laatste vergadering allemaal gaan? "Moet ik daar nog een toespraakje houden, moet ik "dat zomaar voor de vuist weg doen of zou ik het "maar beter op een stukje papier kunnen zetten. "De oplossing kwam toen de heer Littooij belde en "aan mijn vrouw vroeg of het goed was dat hij even "een praatje kwam maken. Aldus geschiedde. "Welnu, uit het gesprek met onze sekretaris kwam naar "voren, wat men mij aan wilde bieden. Niet alleen "ik maar ook mijn vrouw stonden wel even vreemd te "kijken. Toen de heer Littooij weg was, wist ik "meteen wat ik moest doen. Mijn bedankjes maar op "papier zetten, dan vergeet ik zeker niemand. -19-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1982 | | pagina 135