17 - Onverwachts hebben we een goed collega verloren n.l. de heer de Jong. Zonder afscheid te kunnen nemen hebben we burgemeester Pop verloren en recentelijk hebben we de heer Buscop verloren. De heer Sturris wil dit memoreren en zegt, dat dat pijnlijker is dan afscheid nemen van mensen, die 20 jaar of langer mee hebben mogen regeren in D inteloord Spreker vervolgt, dat hij en de co11ega-raads1 eden niet altijd op dezelfde lijn lagen, maar we hebben elkaar toch altijd als mens aangesproken en als mens behandeld, meent hij. Er konden wel eens knelpunten zijn o.a. met de heer Hulshof. Dat was meestal een storm in een glas water. Wanneer hij daarop niet reageerde, ebde dat gauw weer af. Dan dacht hij wel eens aan een uitspraak van een vorig raadslid, die bij zijn afscheid zei:"Iedere vogel zingt zoals hij gebekt is". Dit dacht spreker dan ook van de heer Hulshof. Desalniettemin heeft hij met de heer Hulshof dikwijls aangename gesprek ken gehad De heer van der Wiele heeft het al gezegd, Hulshof was de ombudsman van Dinteloord. Daarmee heeft hij spreker vaak mee ten dienste gestaan door verschil lende facetten naar voren te brengen, waar spreker wat van kon leren. Hij spreekt daarvoor zijn erken- te1i j khe id uit. Met mevr.Breure heeft de heer Sturris in de commissie openbare werken gezeten. Zij is slechts korte tijd raadslid geweest. Spreker houdt niet van pluim strijkerij, maar hij spreekt toch zijn waardering voor mevr.Breure uit. Zij was in korte tijd inge werkt en had een zakelijk inzicht in de problema tiek van de gemeente. Hij onderschrijft haar woorden in de commissievergadering, dat zij het werk in de commissie openbare werken eigenlijk nog prettiger vond dan in de raad. Daarin is meer samenhang en men kan rechtuit spreken. De heer Sturris spreekt zijn dank uit voor de fijne samen werking Tot slot zegt de heer Sturris dat de heer de Visser een oude rot in het vak is. Wat de beginsel uitgangspunten betreft, zegt hij, dat deze nogal eens haaks op elkaar lagen. Desondanks meent hij, dat zij elkaar in die 16 jaar nooit beledigd hebben en elkaar de hand hebben gedrukt wanneer zij de raadszaal verlieten. Materieel gezien heeft de heer de Visser veel voor Dinteloord gedaan met een volkomen inzet, waarvan de raad naar zijn mening wel van overtuigd is. Dank voor deze totale inzet is aan de heer de Visser daarom verschuldigd. De heer Sturris zegt tenslotte over de heer van Steen, dat hij hem een prettig collega vond. In de financiële problematiek van de gemeente kon hij het goed vinden met de heer van Steen. -18-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1982 | | pagina 134