-4- De heer Traets meent uit de woorden van de heer van der Wiele te moeten begrijpen, dat andere gemeenten door een overdadige aanvraag meer krijgen dan een gemeente als Dinteloord die elk jaar met een bescheiden aanvraag komt. De voorzitter weet niet welke cijfers de gemeente Woensdrecht opgenomen heeft. Hij denkt niet dat deze gemeente gedaan heeft wat de heer Traets veronder stelt. De heer Traets vindt een contingent van 600 woningen voor de gemeente Woensdrecht niet reëel. De voorzitter zegt, dat in het streekplan aan de onderscheiden gemeenten verschillende funkties zijn toegekend, waarbij aan de ene gemeente een aan zienlijk groter contingent wordt toegewezen dan aan een andere gemeente. Dit hangt niet alleen af van het aantal inwoners van een gemeente, maar mede van de funktie die deze gemeente in het streekplan heeft gekregen. De heer Bierkens voegt hieraan toe, dat het de raad bekend is dat in het plan Oranjewijk 100 woningen gebouwd kunnen worden, waarbij de planologische dienst eerst uitging van een uitgiftetijd van 5 jaar en nu een uitgiftetijd stelt van 7 jaar. Dinteloord mag dus al blij zijn als er een toewijzing van 15 woningen per jaar ui tkomt Zoals bekend, is er in 1982 in plaats van 30 woningen, na veel trammelant, een contingent van 18 woningen uitgekomen. Spreker zegt, dat er voor 1983 beslist geen 25 woningen verwacht moeten worden. We mogen al blij zijn als we de 17 aanleunwoningen bij het bejaarden tehuis mogen bouwen, aldus de heer Bierkens. De heer Sturris begrijpt, dat de 17 aanleunwoningen bij het bejaardentehuis waarschijnlijk op korte ter mijn gebouwd zullen worden. In de stukken leest hij, dat het aantal kamers in het bejaardentehuis van 54 naar 45 teruggebracht wordt. Hij vraagt of het college hier geen moeite mee heeft of daarvoor een ander alternatief heeft. De voorz i t ter antwoordt, dat het college daar veel moeite mee heeft en maanden bezig is geweest om gedeputeerde staten en het ministerie van CRM te bewegen coulanter te zijn. Alle pogingen, zowel schriftelijk als mondeling, zijn mislukt. De capaciteit van een bejaardentehuis moet 7% van het aantal bejaarden bedragen en daar zaten wij boven. Dat is de vuistregel die wordt gehanteerd. De heer Stjjrrijs merkt op, dat 9 kamers worden opge geven en maar 17 aanleunwoningen gebouwd mogen worden -5-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1982 | | pagina 121