-43- Wanneer men daarvoor geen geldleningen sluit, dan betekent dat dat de rente van de kasgeldleningen steeds hoger wordt. Wanneer men wel een lening daartoe sluit, dan wordt de rente gelijk aan het be wuste objekt toegerekend. Het verschil bij deze posten is, dat aan de ene kant de ontvangsten op de kasgeldlening worden ge boekt en aan de andere kant worden ze weer uitge geven en drukken weer op het bewuste projekt. Het heeft puur te maken met het tekort dat is ontstaan door meer te investeren en minder te financieren. Gedeputeerde staten houden hier strak de vinger aan de pols en verplichten de gemeente nogal eens om de kort-gel dleningen om te zetten in vaste geldle ningen Vervolgens antwoordt de voorzitter, dat het hem niet bekend is hoeveel de kosten landelijk per in woner voor de bibliotheek bedragen. Het college is van mening, dat de kontributie voor bepaalde groepen te goedkoop is. Tot 18 jaar is het lidmaatschap gratis en boven de 65 jaar kost het slechts 1, De voorzitter gaat hierna in op het betoog van de heer van Steen, die vraagt waaraan de post "onvoorzien" en de saldireserve besteed moeten worden. Spreker antwoordt daarop, dat de raad daar over een besluit moet nemen wanneer het investerings schema aan de orde komt. Het college is het met de heer van Steen eens, dat de riolering van de Molen dijk en het uitbaggeren van de haven, te kostbare zaken zijn om thans uit te voeren. De overschotten kunnen niet gereserveerd worden, zoals de heer van Steen suggereert. Daaraan moet een bestemming worden gegeven, anders worden ze weer toegevoegd aan de saldireserve. Daarvan mag maar 1/30 deel in de lopende begroting worden gedaan. Spreker vervolgt, dat de rekening 1982 inderdaad niet zo 'n groot overschot zal hebben, zoals de laatste jaren het geval was. Er is nu niet zo ruim begroot, zoals in het verleden is gebeurd. Voor wat betreft de slechte bodemgesteldheid zegt de voorzitter, dat in de jaren 1975 t/m 1979 als voor schot is ontvangen een bedrag van 176.350,21, ingevolge het "Besluit bodemgesteldheid 1975", op basis van een door de rijks geologische dienst inge steld onderzoek dat had uitgewezen dat 61% van het grondgebied van de gemeente een slechte ondergrond had. Een later onderzoek bepaalde dit percentage op 43. Limiet was 50%. Resultaat: terugbetalen. Door het rijk is dit bedrag automatisch afgeschre ven bij de Bank voor NedGerne enten uit de bestaande rekening-courant-verhouding met het rijk. -44-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1981 | | pagina 253