-32- Een voorstel van 24 provincies was te veel; nu zijn het er 17; straks krijgen wij de nota van wijziging van de minister, dan worden het er 14 en tenslotte blijven er 11 of 12 over. Maar lost dat iets op? Neen, maar dan zijn veel provin- ciale en gemeentebesturen tevreden en hebben wij weer een lawine van papier over ons heen zien gaan. Mijnheer de voorzitter op het eerste blad van het prae- advies onder 4 staat vermeld:"dat aan de positie van de kleine gemeenten wordt in het reorganisatievoorstel on- voldoende aandacht besteed". Voor wat betreft de herziening van het Streekplan, daar ben ik het volkomen mee eens. Volgens die nota krijgen kleine gemeenten geen bestaans- en groeimogelijkheden meer, en zo zijn ze straks een gemakkelijke prooi om samengevoegd te worden in een groot geheel. Maar dit is een zaak van provinciale staten. Waar het college op doelt is het voorstel van de minister over de reorganisatie, waarin de kleine gemeenten niet vol doende aandacht krijgen. Mijn vraag is nu of dit slaat op de uitholling van de taken of op de opgezette herindeling. Wat de herindeling van gemeenten betreft het plan om ge- meenten beneden de grens van 10.000 inwoners die onvol- doende bestuurskracht kunnen opbrengen moeten verdwijnen, ben ik van mening dat, ongeacht de opdeling van Noord- Brabant doorgang vindt of niet, men niet kan ontkomen aan deze opzet van de minister. Want de minister heeft de provinciale besturen de op- dracht en bevoegdheid gegeven om met plannen te komen om een aantal kleine gemeenten samen te voegen. Natuurlijk houdt dit ook verband met de reorganisatie, maar niet met de opdeling van deze provincie opzich. In Zuid-Limburg zijn er onlangs tientallen gemeenten ver- dwenen Mijnheer de voorzitter, wij als fraktie doen geen voor- stel aan de raad over onze afwijkende mening over dit voorstel, wij weten hoe de kaarten liggen. Wel willen wij vragen om onze mening ook kenbaar te maken bij het Streekgewest en provinciaal bestuur, al is het dan een minderheidsstandpunt". De heer de Visser zegt, dat het college in zijn voorstel nog geen standpunt inneemt. In beperkt opzicht is hij het met de heer van der Wiele eens, dat ook hij geen enkel be zwaar heeft tegen opdeling van Noord-Brabant. Gezien het cultuurpatroon van deze provincie is dat zijns inziens wel mogelijk. Een verdeling in tweeën is voor hem dan ook geen bezwaar. Spreker vindt het wel bezwaarlijk, dat een getal van 10.000 inwoners voor een gemeente genoemd wordt om tot herindeling van gemeenten over te gaan. De heer de Visser is het daarom eens met het voorstel van het college. De voorzitter zegt, dat de heer van der Wiele nogal pessi mistisch is in zijn betoog en verwacht dat het wel zal uit- -33-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1979 | | pagina 54