-30- De heer Buscop antwoordt, dat de oorzaak van het aanleggen van riolering tot aan de woning Stoofdijk 86 was, dat tot dat pand de minimum deklaag aanwezig was om een riolering aan te leggen. Wanneer men verder wil gaan dan moet er een perspomp gebouwd worden, die het water kan overhevelen. De kosten hiervan bedragen inderdaad 80.000,exclusief de kosten van het dempen van de sloot. Spreker is het niet eens met de heer van der Wiele, dat een septictank geen goede oplossing is. Wanneer de bewoners een septictank plaatsen, dan wordt er niet meer geloosd op een open riool. Stankoverlast behoort dan tot het verleden. De heer van der Wiele merkt op, dat het in 1977 eerst de bedoeling was om de riolering aan te leggen tot Stoofdijk 66. Toen kon het ook niet verder. Naderhand is besloten om de riolering aan te leggen tot het pand Stoofdijk 86. Spreker vraagt waarom dat toen wel kon en waarom de riolering nu niet tot het pand Stoofdijk 92 doorgetrokken kan worden. De voorzitter antwoordt, dat het destijds inderdaad de be doeling was om de riolering aan te leggen tot Stoofdijk 66. Na een verzoek van andere bewoners van de Stoofdijk is toen besloten om de riolering aan te leggen tot het pand Stoof dijk 86. Het is technisch niet mogelijk om de riolering nog verder door te trekken. De kosten bedragen ca. 100.000, Dus financieel ook niet verantwoord. Spreker vindt het normaal en verwacht dat het waterschap dit ook zal voorschrijven, dat de bewoners een septictank plaatsen. Wanneer deze septictank goed werkt en goed wordt onder houden, behoeft er geen sprake meer te zijn van stankover last De heer Coppens merkt op, dat de lozing van afvalstoffen van wasmiddelen e.d. via een septictank een hopeloze zaak is, omdat deze stoffen niet ontbinden. De voorzitter zegt, dat de eigenaar de septictank goed moet onderhouden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel aan genomen Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 februari 1979 om het door de raad bij hun besluit van 15 augustus 1978 ingenomen standpunt terzake reorganisatie binnenlands bestuur opnieuw ter kennis te brengen van gedeputeerde staten. De heer van der Wiele zegt het volgende: Mijnheer de voorzitter, Bij brief van 14 februari 1979 van het dagelijksbestuur van Streekgewest West-Noord-Brabant wordt aan de raad een mening gevraagd over het rapport, dat een territoriale werkgroep heeft samengesteld over de begrenzing van de provincie Noord-Brabant in het kader van de reorganisatie van het binnenlands bestuur, zoals het door de minister van binnenlandse zaken, is voorgesteld.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1979 | | pagina 52