-21- Mijnheer de voorzitter toch wil ik in uitzonderingsgeval- len (b.v. dat geval van de heer Hartman) wel een gedeel- telijke schadevergoeding door de gemeente laten ver- richten. Men moet dan echter wel de schade van geval tot geval be- kijken}^ blijkt echter, dat de eigenaar van deze dieren financieel niet in staat is de geleden schade te herstel- 11 len, dan moet de gemeente zogenaamd bijstand verlenen. Verder heb ik geen behoefte om in de A.P.V. nog aanvul- 11 lende bepalingen op te nemen. 11 Een hond is geen kanarie, die je opsluit in een kooi. Een hond moet enige malen per dag met de baas naar buiten om even te lopen en springen in het bijzijn van de eige- naar; daar heeft zo'n dier behoefte aan om even vrij te zijn. En wat de hondenpenning betreft.dat zou wel nuttig zijn als de gehele streek dit invoerde, dus in Streekgeweste- lijk verband. Tenslotte kan ik met de mening van het college meegaan, behalve dan de genoemde punten: a. een individueel geval van schade gedeeltelijk honoreren, b. de A.P.V. niet aanvullen". De heer Sturris zegt het volgende: Mijnheer de voorzitter, De punten a en b van bladzijde 3 van uw toelichting wilde ik uitbreiden met een punt c behelzende dat, wanneer hon- den zonder penning worden aangetroffen, deze zonder vorm van proces worden afgevoerd naar een asiel. Verder deel ik uw mening, dat het bijzonder moeilijk is, een fonds in het leven te roepen, waaruit schadeloosstel- lingen kunnen worden betaald. Ik stel voor dit geval voor geval te bekijken. Ik stel verder voor in dit bijzondere geval tot uitkering van de schade van 14 schapen over te gaan". De heer Coppens zegt het volgende: Mijnheer de voorzitter, - Met uw algemene probleemstelling zijn wij het in grote lijnen eens. - Uw konklusie is voor ons echter onbegrijpelijk. Uw argumentatie: Is ten dele niet ter zake, ze is niet specifiek voor loslopende honden. Zij geldt ook voor o.a. katten, groot en klein wild, ratten, kleine roofdieren etc. je Is ten dele een bevestiging van onze overtuiging. Ver- zekering is onmogelijk en absurd. Dit is een afschuif- systeem. Indirekt is onze samenleving verantwoordelijk voor dit probleem. Met name bij relatief grotere schade, is dit een onbillijke zaak. Statistisch gezien zullen trouwens grote bedragen heel wat minder nodig zijn en in het niet vallen bij de "onvoorziene" tekorten bij cultuur- en sportaangelegenheden. -22-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1979 | | pagina 43