-19- De heer Hulshof meent, dat dit niet kan, omdat dit nu niet is opgenomen. De commissie is ervan uitgegaan dat de heer den Haan het perceel kan kopen met alle kon- sekwenties die daaruit voortvloeien, of hij nu wel of niet mag bouwen. Dat is ook de afspraak met de heer den Haan. De commissie heeft niet geadviseerd om de voorwaarde van beplanten op te nemen, wanneer er op het perceel niet ge bouwd mag worden. De heer Buscop meent, dat dit wel mogelijk is. In overleg met de heer den Haan kan dit in het koopkontrakt worden opgenomen De heer Bierkens merkt op, dat wanneer de raad nu besluit tot verkoop van het onderhavige perceel, automatisch hier uit voortvloeit dat de raad besluit om artikel 19 van de W.R.O. toe te passen. De voorzitter voegt hieraan toe, dat wanneer er dan bezwaar schriften worden ingediend, hij op voorhand wel kan zeggen dat de provincie "neen", zal zeggen, wanneer het een arti kel 19-geval is. Als het bestemmingsplan wordt gewijzigd, dan verandert dit de zaak. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel aan genomen Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 februari 1979 om artikel 34 van de Algemene Politieverordening te wijzigen, in dier voege, dat het van 1 februari tot 1 juli ieder jaar verboden is om sloot- en wegkanten, dijktaluds e.d. af te branden. De heer de Feijter zegt het volgende: Mijnheer de voorzitter, 1. Is dit verzoek verstuurd naar andere gemeenten in West-Brabant? 2. Is hier ook advies gevraagd aan de Landbouworganisa ties? Mij dunkt dat zij hier niet in gekend zijn. Mijnheer de voorzitter, ik zou hier graag onderscheid willen maken tussen dijken aan de ene kant en het erf langs binnenbaantjes en langs scheidingssloten aan de andere kant. Dat het geldt voor dijken, kan ik me enigszins in vinden, maar wat de andere genoemde zaken betreft zou ik graag zien dat deze eruit geschrapt worden, omdat a. ik het wel indringen in de privacy vind, b. juist in die tijd half mei - juni, vóórdat de oogst komt en deze plaatsen met eventuele onkruiden gemaaid worden en wij al blij zijn dat het wil branden, dan schiet het jonge gras er weer direkt doorheen. Mijnheer de voorzitter, ik ben van mening dat noch het wild, noch jagers hiervan schade ondervinden. Hopelijk wordt hier alsnog een wijziging aangebracht; ik ben er van overtuigd dat ik het vraag namens vele collega's. De heer Coppens is het met het betoog van de heer de Feijter en voegt hieraan, dat er zo weer een regeling in Nederland bijkomt, waarop kontrole onmogelijk is. Spreker stookt zelf heel wat op en meent, dat, wanneer de politie daar iedere keer naar moet komen kijken, er weinig tijd zal overblijven voor andere, belangrijker zaken. -20-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1979 | | pagina 41