-18-
Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 januari
1979 om aan de heer W.den Haan te Dinteloord te verkopen
een perceel grond, groot ca. 465 m2, gelegen aan de Steen-
bergseweg, voor de prijs van 11.625,nl. 25,- per m2
De heer Coppens begrijpt het voorstel niet. Daarin wordt
gesproken over onrendabele grond en het toch meenemen in
het bestemmingsplan West om het tot bouwgrond te promoveren
Hij vraagt zich af of het betreffende perceel wel werkelijk
onrendabele grond is en gebruikt zal worden als tuin of is
het bouwgrond en zullen er garages op gebouwd worden.
Voorts vraagt hij of de afschuwelijke muur die er nu al
staat nog doorgetrokken zal worden.
De voorzitter antwoordt, dat het voor de heer den Haan een
gok is, omdat het nog niet zeker is of hij op dit perceel
wel zal mogen bouwen. Het vigerende bestemmingsplan staat
bebouwing niet toe en het is de vraag of dat wel zal mogen
bij de wijziging van het bestemmingsplan. Alsdan zal een
procedure in werking worden gesteld, waarbij het voor de
omwonenden mogelijk is om bezwaarschriften in te dienen.
Spreker verwacht dat die bezwaarschriften zullen komen en
ook de provincie heeft hierin zeggenschap. Het is dan ook
niet voor 100% zeker, dat de heer den Haan garages zal
mogen bouwen.
De voorzitter zegt,dat dit de achtergrond is geweest om
de grondprijs te bepalen op 25,per m2.
Wanneer de heer den Haan wel toestemming krijgt om te bou
wen, dan weet de voorzitter niet of er dan weer een hoogte
van 4 m' toegestaan zal worden. Het bouwplan is overigens
ook nog niet ontvangen.
De heer Coppens vraagt of er een garantie is, dat, wanneer
de heer den Haan geen toestemming krijgt om te bouwen, hij
er een behoorlijk terrein van maakt.
De voorzitter antwoordt, dat de heer den Haan dat dan zal
moeten doen. Deze voorwaarde zal hem dan opgelegd worden.
De heer van Steen vindt de opstallen die de heer den Haan
nu gebouwd heeft, erg hoog. Hierdoor wordt het uitzicht
voor de omwonenden ontnomen.
De voorzitter antwoordt, dat dit geheel konform het bestem
mingsplan is geschied»
De heer de Visser zegt, dat de heer den Haan de grond koopt
met de bedoeling om daarop te bouwen. Hij vraagt of het
college achter deze bouwplannen staat.
De voorzitter antwoordt, dat het de bedoeling is dat daar
wordt gebouwd en dat het college daartegen geen bezwaar
heeft
De heer Hulshof zegt, dat dit voorstel tweemaal in de com
missie openbare werken is besproken. De voorwaarde is toen
gesteld, dat de heer den Haan het terrein goed zal moeten
onderhouden, ook al blijkt dat hij daarop niet mag bouwen.
De heer Buscop merkt op, dat de raad in de verkoopvoor
waarden kan opnemen, dat de heer den Haan het terrein moet
beplanten, wanneer hij geen toestemming krijgt om te bouwen