-17- Bovendien zou het mogelijk kunnen zijn dat, gezien het voorstel van het college om de jeugd te laten spelen met daarop geplaatste oude materialen, de brandweer zal moeten uitrukken, gezien de ervaringen op andere terreinen. Spreker vindt het terrein te klein. Hij verwacht, dat de omwonenden over een jaar met een naar zijn mening gerecht vaardigd verzoek zullen komen om een andere bestemming aan het terrein te geven. De heer Hulshof heeft samen met de heer van Steen het ter rein bekeken en hij is het met de vorige spreker eens, dat het moeilijk zal zijn om daar op korte termijn een speel terrein van te maken. Spreker zegt echter blij te zijn met het initiatief van het college om speelterreinen te gaan creëren. Hij adviseert echter om op korte termijn naar een andere plaats uit te kijken Wat betreft het uitrukken van de brandweer, is de heer Hulshof het niet eens met de heer van Steen. De jeugd ver maakt zich uitstekend met oud materiaal. Brand stichten was er nooit bij. Spreker zegt dat er weinig toezicht van de bevolking moge lijk is bij dit terrein. Wanneer er iets gebeurt, dan ziet niemand dit omdat het terreintje tussen de woningen ligt. Hij vraagt om te over wegen om een andere plaats te zoeken voor het maken van een speelterrein. De heer Buscop zegt, dat het de bedoeling is om het terrein te egaliseren en in te zaaien. Het is een experiment voor een jaar. Wanneer het mislukt, dan zal een andere oplossing gezocht moeten worden. Op aandringen van de raadsleden wordt nu een begin gemaakt met het creëren van een speelterrein met oude materialen. De heer Hulshof is het eens met de heer Buscop, maar zegt dat het terrein er verschrikkelijk slecht bij ligt. De heer Buscop herhaalt, dat het terrein nog geëgaliseerd, aangevuld met klei en ingezaaid moet worden. Het is niet de bedoeling, dat de jeugd er nu al op gaat spelen. De heer Traets proeft uit de woorden van de heren van Steen en Hulshof, dat zij menen dat de jeugd met dit terreintje voor de proefperiode geen eerlijke kans krijgt. De heer de Visser vindt dat onzin. De heren van Steen en Hulshof zitten beiden in de commissie openbare werken. Wanneer het een half jaar duurt, voordat het terrein be speelbaar is, dan kan men toch nog een proefperiode van een jaar instellen. De heer Buscop zegt, dat wanneer de raad meent, dat de jeugd geen eerlijke kans krijgt, hij graag een alternatief voor stel wil horen. De heer van Steen staat wel achter het voorstel, maar zijns inziens duurt het wel tot augustus voordat de jeugd op het terrein kan spelen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel aan genomen -18-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1979 | | pagina 39