-11-
De Vrouwenraad is daarop nu teruggekomen met meer nauw
keuriger cijfers, welke cijfers uitwijzen dat het tekort
5.500,zal bedragen.
De Vrouwenraad vraagt nu een aanvulling van 1.660,op
het reeds verleende subsidie van 3.900,Wanneer de
raad hiertoe zou besluiten, dan spelen zij voor dit sei
zoen quitte.
Spreker zegt, dat daarmee het bezwaar van de heer Hulshof
vervalt om te wachten tot het gehele sociaal-culturele plan
aan de orde wordt gesteld. Dit is nl. een ad hoe zaak voor
het seizoen 1978/1979 geweest.
Voor het nieuwe seizoen zal de Vrouwenraad met een nieuwe
aanvraag moeten komen.
Spreker meent, dat de heer Hulshof in de war is geraakt
door de in het voorstel vermelde zin: Beschouwt u die
3.900,dan maar als een voorlopige uitkering.
Het is dus geen voorschot geweest, maar een verleende en
ook goedgekeurde uitkering.
De heer Bierkens voegt hieraan toe, dat het terugbrengen van
het tekort van 7.800,tot 5.500,enerzijds het ge
volg is van het verhogen van de cursusgelden en anderzijds
het gevolg is van een groter aantal cursisten dan was be
groot
Zijns inziens betekent dit ook dat duidelijk in een behoefte
wordt voorzien.
De heer Hulshof herhaalt, dat zijn fraktie niet tegen het
verlenen van een subsidie aan de Vrouwenraad is, maar dat
hij enige duidelijkheid wenste, die hij nu ook heeft gekre
gen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel hierna aan
genomen.
Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 februari
1979 om aan de Ned.Hartstichting te s-Gravenhage voor het
jaar 1979 een subsidie te verlenen van 50,
Mevr.Huijzers zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter,
Ik ben blij dat de Hartstichting toch subsidie heeft ge-
kregenj50,is geen bedrag om over naar huis te schrij-
ven, dus blijkbaar ligt de Hartstichting u niet zo na aan
het hart dat het meer kon lijden.
Onze fraktie begrijpt dat het symbolisch bedoeld is, daar-
om is het te hopen dat u volgend jaar meer over heeft
voor deze stichting, want hij is het dubbel en dwars
waard"
De heer Traets zegt, dat mevr. Huijzers in de vergadering
van 26 september 1978 heeft voorgesteld om een subsidie aan
de Ned.Hartstichting te verlenen. Ook hij heeft toen voor
gesteld om een symbolisch bedrag te geven. Enkele raads
leden brachten toen naar voren, dat er daardoor een prece
dent geschapen werd. Spreker is het met de bewuste raads
leden niet eens. In de begroting heeft hij gelezen, dat ook
aan het Kon.Wilhelminafonds, het Reumafonds e.d. een subsi
die wordt verleend.
De voorzitter beaamt dit en zegt, dat dit één van de argu
menten van het college is geweest om toch een subsidie aan
de Hartstichting te verlenen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel hierna aan
genomen.
-12-