-23 - Wanneer de heer de Visser het artikel goed ge lezen zou hebben, dan zou hij de bedoeling daar van begrepen hebben. Spreker vindt het opvangen van jeugd in zo'n zaal beter dan eenmaal in de herfstvakantie met een bus naar Amsterdam rijden. Hij roept de heer de Visser op om mensen te zoe ken in VVD-kringen om ook de jeugd op te vangen en wenst hem daarbij veel succes toe. De heer Hulshof vindt het geen zinnige zaak, dat men in C D A-verband kinderen van 13-18 jaar gaat opvangen en dan eerst over gemeentepolitiek gaat praten en daarna gelegenheid geeft tot dansen, kaart en ed De heer T rae t s merkt op, dat op avonden van de P.v.d.A. eerst over politiek gepraat wordt en daarna bingo gespeeld wordt. Hij ziet daarin geen verschil. D e v o o£_zi^tt e r sluit de discussie. Hij spreekt hierna, mede namens de raad, een woord van deel neming uit aan het adres van de heer Bierkens met het overlijden van diens moeder. Spreker vervolgt, zulks in aansluiting op de dis cussie van zoeven, dat hij onlangs een boek heeft gekocht, getiteld "Anno domini 1000, Anno domini 2000". De schrijver van dat boek maakt een parallel tussen het levensgevoel van toen en het levens gevoel van nu. Aan het eind van de tiende eeuw leefde men eigen lijk in een paniekstemming, want men dacht dat de wereld zou vergaan. Het merkwaardige is, dat men toen, toen men ook verwachtte dat de staat Gods op aarde zou worden gevormd, langs de weg van boetedoening en vasten heeft geprobeerd dat naderend onheil te voorkomen. Keizer Otto III van het West-Romeinse rijk heeft door zelf boete te doen gepoogd om dat oordeel af t e wenden Spreker vervolgt, dat wij nu weer in een tijd zit ten, waarin de mens met een zekere angst de toe komst tegemoet gaat. Hij denkt hierbij aan belangrijke zaken, zoals het milieu, de ontwikkeling van de kernenergie, de ontwikkeling van kernwapens enz. Wij leven nu in een andere tijd. Men zegt weieens, dat wij nu in een post-christe- lijke periode leven. Dan merkt men dat er nu anders op gereageerd wordt dan toen. Toen langs de weg van boetedoening en vasten. Spreker heeft nu de indruk, dat men denkt als mens, als mensen en als mensheid, het nu dreigende onheil te kunnen afwenden op een wat menselijker wijze. Dat vindt men zelfs terug in de kerken van vandaag -24-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1979 | | pagina 250