-18-
De heer Hul_j3hof heeft enige vragen over de aan
koopprijs
Hij begrijpt niet, wanneer men zijn woning ver
koopt en een andere woning koopt, waarom dan het
levensonderhoud duurder wordt.
Hiervoor wordt echter een bedrag van 15.000,
opgenome n
Hij vraagt hierover uitleg.
De voorzitter antwoordt hierop, dat in het advies
van de Stichting Adviesbureau onroerende zaken
een apart onderdeel is gewijd aan het duurder
levensonderhoud
Hij leest dit stukje voor, waaruit blijkt, dat de
heer Zantboer eigen slachtvee had.
In de nieuwe woning heeft hij dat niet meer en moet
hij vlees gaan kopen in de winkel. De hieruit
voortvloeiende schade wordt geschat op 1.500,
per jaar, hetgeen gekapitaliseerd naar de factor
10, een vergoeding oplevert van 15.000,--.
Spreker zegt, dat hiervoor bij onteigening vaste
regels gelden, evenals er voor hogere woonlasten
regels zijn opgenomen.
De voorzitter zegt vervolgens, dat in eerste in
stantie door gedeputeerde staten is geweigerd om
de verklaring van geen bezwaar af te geven.
Hierover is een bespreking geweest en afgesproken
is toen, dat deze zaken opnieuw in procedure zou
worden gezet
Dit plan is opnieuw gepubliceerd. Hierop is ook
een bezwaar ingediend, maar dat bezwaar zal worden
ingetrokken, wanneer de koop tot overeenstemming
leidt. Het ziet er naar uit, dat met allentot
overeenstemming kan worden gekomen. Dan gelden de
bezwaarschriften niet meer en zullen gedeputeerde
staten de verklaring van geen bezwaar afgeven.
De heer Hulshuf begrijpt het antwoord over het
slachtvee niet.
Hij meende, dat er in de gemeente geen vee ge
houden mocht worden. Hij vindt de vergoeding voor
dit slachtvee erg hoog, maar de raad zal er wel
niet onderuit kunnen.
De voorzitter antwoordt, dat dit gebruikelijk is
bij onteigeningen.
De heer Sturri s citeert een gedeelte uit de brief
van gedeputeerde staten van 4 juli 1979: Wij
achten het vooralsnog uit planologisch oogpunt
onaanvaardbaar om de begraafplaats op een wille
keurige plaats in het buitengebied te situeren.
Bovendien heeft een afweging van alle in het ge
ding zijnde belangen niet plaats gevonden".
De voorzi tter antwoordt, dat het college zich aan
deze zin nogal heeft gestoten, omdat er eigenlijk
stond "jullie doen maar wat".
-19-