-16-
Spreker dringt op spoed aan, zodat ook in het
buitengebied met de huisvuilophaaldienst kan
worden begonnen.
Mevr. Breure meentdat de commissie openbare
werken al een voorstel had gedaan om 1 februari
1980 in het buitengebied huisvuil op te halen.
De heer Buscop stelt voor om na de openbare ver
gadering, deze zaak in een besloten vergadering
te bespreken.
De voorzitter voegt hieraan toe, dat overleg is
gepleegd met de gemeente Steenbergen en dat daar
bij op een probleem is gestuit met vergaande
konsekwenties
Naar aanleiding van de woorden van de heer Stur-
ris, zegt spreker, dat in 1975 de heer van Boven
is opgedragen om een aantal panden te taxeren,
zulks met het oog 'om de kosten te drukken.
Toen werd gedacht dat het goed was gebeurd maar
in de loop der jaren is gebleken, dat er verschil
len zijn opgetreden tussen de diverse panden, die
tot onrechtvaardigheden hebben geleid.
In de tweede plaats, zegt de voorzitter, gaat het
bij de taxatie om de waarde van de panden in het
economische verkeer op dit moment en dan kan men
moeilijk staande houden, dat men als grondslag
moet nemen het bedrag der stichtingskosten
De heer Sturri_s interrumpeert de voorzitter met
de woorden, dat hij niet van de stichtingskosten
is uitgegaan, maar van de schattingskosten van
1975, die toen 120.000,bedroegen.
Dat waren niet de stichtingskostenwant die la
gen natuurlijk veel lager. In 1979 wordt hetzelfde
pand geschat op 207.000,
Dat is in 4 jaar een verschil van 87.000,en
hiermee gaat hij niet akkoord.
De voorzitter zegt, dat de verhoudingen bij de
eerste schatting niet goed hebben gelegen. Er
zijn dus wel degelijk onbillijkheden geweest.
Spreker is het bovendien niet eens met de woorden
van de heer Sturris, dat de ondernemer het gelag
moet betalen om allerlei sportaktiviteiten te
kunnen realiseren.
Wanneer de heer Sturris de cijfers goed bekeken
zou hebben, dan zou hij gezien hebben, dat de
verschuivingen die nu optreden, vooral voor de
grote bedrijven gunstig zijn. De Suikerunie b.v.
gaat aanzienlijk minder betalen.
De grote ondernemingen gaan nu minder betalen, om
dat door deze schattingen de verhoudingen gelijk
getrokken zijn. Dat betekent wel, dat anderen
meer moeten gaan betalen.
De heer Sturris concludeert, dat de kleine onder
nemer het kind van de rekening wordt.
-17-