-11-
Toch wil ik hier nogmaals mijn voorstel naar
voren brengen en vraag ik steun bij de collegae.
In de commissie financiën werd als tegen-argu-
ment aangevoerd, dat er nog meerdere kapitaals-
investeringen te wachten staan, die mogelijk
reeds na 1 of 2 jaar belastingverhoging zouden
kunnen vereisen. Met name werden genoemd de
voetbalvelden en riolering van het Spui
Ik vind dit een zeer zwak argument, temeer als
ik u in herinnering breng, dat op de rekening
1977 325.000,-- resteerde.
Op rekening 1978 700.000,en ook op de
rekening 1979 op een zeer groot overschot kan
worden gerekend.
Geen reden om nu ineens zo negatief te reageren.
Ik hoop en verwacht, dat ook na aanneming van
mijn voorstel het zeer goed mogelijk zal kunnen
zijn, dat verhoging van deze belasting voor
meerdere jaren kan worden voorkomen.
In ieder geval is het in het belang van de be-
woners en zouden toekomstige begrotingen anders
uitwijzen, dan is een verhoging nog altijd
mogelijk en kunnen wij ons beroepen op een
poging tot bezuiniging.
Ik voel mij niet verantwoord t egenove r onze
inwoners om een tarief vast te stellen dat in
wezen een belastingverhoging betekent, terwijl
en de rekeningen en de begroting nooit gunstiger
zijn geweest dan juist nu".
De heer Trae t s zegt, dat het uitgangspunt van de
raad was, dat na 5 jaar een herwaardering van de
panden zou moeten plaats vinden om een betere
verdeling te krijgen.
In principe kan men daarom niet tegen de verlaagde
tarieven van 5,65 en 4,10 zijn.
In de commissie financien is uitvoerig gesproken
over eventuele belastingverlaging.
Spreker zegt, dat er twee soorten belastingver
laging zijn nlverlaging met perspectief en ver
laging zonder perspectief.
Een verlaging met perspectief is, zijns inziens,
een verlaging, die men een aantal jaren kan vol
houden en een belastingverlaging zonder perspec
tief is een verlaging, die men 1 jaar kan uit
voeren, maar die dan het tweede jaar weer onge
daan gemaakt moet worden.
De heer Traets vindt, dat hier geen sprake kan
zijn van een verlaging met perspectief.
Spreker zegt, dat het voorstel van de heer de
Visser in het verleden al eens in de praktijk is
uitgevoerd. Het ene jaar werd de belasting verlaagd
en het daarop volgende jaar moest die belasting
weer fors verhoogd worden. Spreker vindt, dat
men dan niet kan spreken over een gebaar maken
aan de bevolking.
-12-
