-10- De hoogste prioriteit heeft voor ons de riole- ring van de Molendijk. Dit werk heb ik in de begrotingsbehandeling weer aan de orde gesteld. In deze tijd is riolering een noodzaak en geen luxe voorziening meer. Het college heeft toegezegd hier aandacht aan te besteden, ondanks dat het een kostbaar finan- cieel object zal worden. Ten gunste van deze voorzieni ng zien wij van verdere verlaging van de onroerend goed belasting af Tenslotte, mijnheer de voorzitter, kan onze fraktie instemmen met deze vaststelling tarieven onroerend goed belasting mits de ingezetenen, die een fikse verhoging te wachten staat, worden geïnformeerd over de reden hiervan. De heer de__V_i_s_s_e_r zegt het volgende: Mijnheer de voorzitter, Bij de begrotingsbeschouwingen heb ik al gesteld, dat ik zeer benieuwd was naar de tariefstelling na de herwaardering van de onroerend goed belas- t i ng Burgemeester en wethouders stellen nu voor een gezamenlijk tarief a 9,75 per rekeneenheid van 3.000,naar de getaxeerde waarde. Dit bete- kent een opbrengst van 721.149, Begroot is een opbrengst van f 699.000,wat dus betekent een eerste voordeel van 22.000, Bovendien betekende die 699.000,toch al een hogere berekening van 80.000,dan in 1979. Bij uitvoering van dit voorstelbrengt de onroerend goed belasting 102.000,meer op dan op de voorgaande begroting geraamd. Dit betekent ruim 16%. Bij een berekening waar- 11 bij ik het tarief 1,per rekeneenheid lager heb gesteld, kom ik aan een opbrengst van 647.185,Dit betekent in het kader van de vorige vergadering vastgestelde begroting een saldo voor onvoorziene uitgaven van 52.000, minder dan geraamd. Het was 328.000,-- en wordt dus 276.000, De investeringen waarvoor wij als raad het licht op groen hebben gezet, zoals sporthal, begraafplaats, mortuarium, rolschaatsbaanre- 11 constructie Raadhuisplein en stil alarm, zullen een jaarlijkse last vergen van 155.000,--, uiteraard na uitvoering, wat dus betekent dat dan nog resteert 276.000,- 155.000, 121.000,voor verdere onvoorziene uitgaven. In de commissie financiën heb ik dit ook reeds naar voren gebracht en hoewel meerdere leden er veel voor voelden om de belasting zo laag mogelijk vast te stellen, kreeg ik daar weinig steun. -11-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1979 | | pagina 237