-3- VERKOOP GROND AAN FAJVD MERBEL JR. VERPACHTING BOUWLAND 8. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 november 1979 om aan de fa. J.v.d.Merbel Jr. te verkopen een perceel bouwterrein, gelegen achter haar pand aan de Westvoorstraatgroot ca. 270 m2voor de prijs van 13.500,--, ten behoeve van de uitbreiding van het winkelpand met magazijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen 9. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 1979 aan de heer GJvdWiele en de heer P.J.Ernest te verpachten een perceel bouw land, resp. groot 0.82.00 ha en 0.20.30 ha, voor de prijs van resp. 205,-- en 50,75 per jaar. De voorzitter deelt mede, dat de heer Ernest te kennen heeft gegeven, dat hij geen prijs meer stelt op het perceeltje grond. Hierover heeft hij gesproken met de heer Cde Bruijn, die daarop verzocht heeft om het perceeltje grond te mogen pachten. Het college stelt daarom voor om het voorheen aan de heer C.Ernest verpachte gedeelte, nu te ver pachten aan de heer C.de Bruijn. De heer Hulshof vraagt of er nog meer gegadigden zijn die een perceel grond willen huren. In het verleden is de idee al eens geopperd tot het creëren van volkstuintjes. Het betreft hier een vrij groot perceel, vlak bij de kom der gemeente. Spreker vraagt of van dit perceel een aantal volkstuintjes gemaakt kan worden De heer de Visser zegt, dat hij woorden van gelijke strekking heeft gesproken in de vergadering van de commissie financiën. De voorzitter antwoordt, dat wanneer gehandeld zou zijn konform de woorden van de heer Hulshof, de verpachting van dit perceeltje gepubliceerd had moeten worden. Hij gelooft niet, dat het per ceeltje groot genoeg is om er een komplex volks tuintjes van te maken. Het college weet dat, wanneer de heer de Bruijn dit perceel gaat onderhouden, het goed gebeurt, zonder overlast voor aangrenzenden Het is om die reden, dat het college voorstelt om de pacht over te boeken op naam van de heer C.de Brui j n De heer T ra ets is het met de heer Hulshof eens, dat er maar weinig mensen op de hoogte zijn van het feit, dat er over een dergelijk perceeltje grond beschikt kan worden. -4 -

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1979 | | pagina 230