-49- De heer Hulshof zegt, dat dit ook het stand punt van zijn fractie is. Men kan beter een andere woning als ambtswoning aanwijzen of bouwen, omdat de huidige ambtswoning in ver vallen staat verkeert en de gemeente handenvol geld kost De voorzitter merkt op, dat het ook voor hem een kostbare zaak is. Naar aanleiding van het betoog van de heer Sturris wordt door hem gesteld, dat deze ener zijds de Schriftgegevens niet goed heeft ge ïnterpreteerd en van de andere kant de t aak van de overheid in deze tijd overtrekt en de Schrift gegevens ook niet goed gebruikt. Hij haalt het boek Deuteronomiurn aan, waarin te lezen is dat de Israëlieten enkele malen per jaar zich naar Jeruzalem moesten begeven om daar met elkaar hun feesten te vieren. Toen was er ook sprake van "recreëren", waar voor ook voorzieningen nodig waren. Men werd daartoe opgeroepen; het was dus een voorschri f t Wanneer men vandaag de dag een land, een ge meente bestuurt, moet men ook voor dat doel gelden beschikbaar stellen. Ook al kan een en ander een verkeerde wending nemen, dan mag men toch aan deze zaak niet voorbijgaan en zich negatief opstellen. Met de heer Traets is de voorzitter van oordeel, dat er wel degelijk iets voor de jeugd gedaan moet worden En er wordt ook veel gedaan. Daarmede wordt echter de eigenlijke oorzaak van dit probleem niet weggenomen. Dit neemt overi gens niet weg, dat men zich ook in de raad bij een gelegenheid als de behandeling van de begroting over de diepere achtergronden zou moeten bezin nen. Hij zegt de negatieve houdi ng van de heer van Steen ten opzichte van de geschiedenis te be treuren. Men kan deze niet zonder meer opzij zetten en als afgedaan beschouwen, omdat tal van zaken, die heden aan de orde zijn, hun oor sprongen vinden in en vaak een herhaling van de geschiedenis zijn. Veel van wat vandaag gebeurt, kan uit de ge schiedenis worden verklaard. De heer Hulshof meent hieruit op te maken, dat de voorzitter een politieke visie op de gemeen tebegroting zou willen horen. Persoonlijk wil hij het verleden het liefst vergeten, waarbij hij de positie van de arbeiders in vroegere tijden aanhaalt. Naar zijn mening moet men nu vooruitzien. -50-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1979 | | pagina 225