-Id-
Met de taakuitvoering en het verdwijnen van het veto
recht is de P.v.d.A.-fraktie het ook eens, maar met de
samenstelling van de gewestraad heeft deze fraktie moeit*
Spreker kan daarvoor wel enig begrip opbrengen.
De voorzitter begrijpt echter niet, dat de P.v.d.A.-
fraktie v/il aansluiten bij het stadsgewest Breda met
daaraan verbonden rechtstreekse verkiezingen. Dan krijgt
men een vierde bestuurslaag en komt men terecht in de
bestuurlijke reorganisatie, want dan kan men niet meer
spreken van een gewest, maar wel van een provincie. Ken
provincie is een geheel ander publiekrechtelijk lichaam
dan een gewest. Dat is dan geen verlengd lokaal bestuur,
maar een publiekrechtelijk lichaam met eigen bevoegdheder
en taken. Voorlopig komt het zover niet en misschien wel
nooit. Zou men toch tot een groot gewest zijn overgegaan
dan is dat een vierde bestuurslaag, waar men waarschijn
lijk nooit meer van af komt. Ook dat v/il de P.v.d.A.-
fraktie niet.
De voorzitter zegt met betrekking tot de voorzitters
verkiezingen, dat in de nu voorgestelde visie staat dat
men in de gewestraad iedereen tot voorzitter kan kiezen.
Dat hoeft echter niet; men kan het ook doen zoals het nu
is, maar dat is een beslissing van de gewestraad.
Om twee redenen is voorgesteld om de oude regeling te
handhaven. Ten eerste omdat het streekgewest nog niet
zo'n belangrijk geval is voor wat de werkzaamheden be
treft, dat het noodzakelijk is om daarvoor een onafhan
kelijke voorzitter te kiezen. Daaraan zit onlosmakelijk
vast, dat deze man een behoorlijk salaris moet hebben,
alsmede hem de mogelijkheid moet worden gegeven om een
eigen beleid te voeren. Deze man moet ambtenaren tot zijn
beschikking hebben, financieel zou het gev/est meer arm
slag moeten hebben. Momenteel is dit nog niet nodig.
Wanneer de raad vindt, dat de gemeente voor dit punt moe
aansluiten bij de visie in de nota, dan behoeft dit,
aldus de voorzitter, nog niet te betekenen, dat de ge
westraad inderdaad een onafhankelijke voorzitter zal gaai
kiezen. Spreker vindt dat nu nog niet nodig. De meerder
heid van het college van advies was ook voor dit stand
punt; een kleine minderheid was voor de visie van het
dagelijks bestuur van het streekgewest.
De heer de Visser is het eens met het voorstel van het
college. In de gev/estraadsvergadering heeft hij deze
mening ook naar voren gebracht. Hij is voor handhaving
van het streekgewest, zoals het nu fungeert. Evenals de
heer van der Wiele ziet hij het streekgewest als een
verlengd lokaal bestuur, hetv/elk niet moet uitgroeien en
geen kostbaar apparaat moet worden, mede gezien de op
handen zijnde bestuurlijke reorganisatie, waarin het
streekgewest als zodanig geen inspraak heeft. Naar zijn
mening zal dit echter een langdurige geschiedenis worden
Spreker vir.dt het streekgewest een goede vorrn van samen
werking tussen streekgemeenten voor gemeenschappelijke
regelingen en enkele gewesttaken. Benoeming van een
buitenstaander tot voorzitter, kan zijns inziens alleen
maar tot hoge kosten leiden. Hij vindt dat de samenwer
king in het streekgewest onder leiding van de tv/ee burge
meesters van de centrumgemeenten zeer goed werkt.
-15-