-3-
De heer de Visser zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter,
Deze geste van de ABNkunnen wij als raad van de
gemeente Dinteloord niet anders als hogelijk waar-
deren
Een gekregen paard mag men niet in de bek kijken en
over smaak en reuk is het moeilijk discussieren.
Toch voel ik mij gedrongen naar aanleiding van deze
schenking een opmerking te maken op het beleid in
dergelijke zaken van burgemeester en wethouders en
misschien van de burgemeester afzonderlijk.
In het verleden hebben wij verschillende kunstvoor
werpen moeten accepteren als raad, zonder daarin ook
maar de minste inspraak te hebben gehad.
De keuzen die toen zijn gemaakt blijken achteraf nie
allen zo gelukkig te zijn geweest en hebben weinig
waardering van de ingezetenen geoogst. Ik heb reeds
gesteld dat over reuk en smaak erg verschillend
wordt geoordeeld en wil danook burgemeester en wet
houders niet bezwaren, maar zou het niet beter zijn
om de raad hierin meer te betrekken, waardoor ook
de verantwoordelijkheid meer gespreid zou worden.
ben ik indertijd door de raad benoemd in een
bouw/commissie voor het gemeentehuis. Het heeft
niets om het lijf gehad, want ik ben nooit ergens
bij betrokken geweest, noch bij de bouw noch bij de
i nri cht i ng
Zou hiervoor niet een commissie uit de raad met
burgemeester en wethouders moeten worden benoemd om
in voorkomende gevallen op te treden.
Deze commissie zou reeds uit voorzorg b.v. een ver
langlijstje kunnen samenstellen voor toekomstige
gulle gevers, waarbij dan een keuzemogelijkheid zou
open staan. Gaarne hierover uw mening.
Overigens het schilderij vind ik erg mooi!".
De voorzi11 e r zegt, dat het met kunstvoorwerpen niet
altijd even gemakkelijk is. Hij heeft begrepen, dat
het kunstwerk op het Raadhuisplein, n.l. de vis, niet
aller instemming heeft. Dit geldt eigenlijk ook voor
het college. Hieraan is men gekomen door de architekt
van het gemeentehuis en op een gegeven moment kon
het college niet meer terug, hoewel het tot de conclu
sie was gekomen dat voor het beschikbaar gestelde be
drag wel iets anders te krijgen was.
De voorzitter zegt, dat het zijns inziens ook beter
was geweest om de raad te betrekken bij de schenking
van de A.B.N. en bij de keuze van het kunstwerk. Hij
neigt tot een stamelend peccavi.
Persoonlijk vindt hij, -dat bij zaken van esthetisch
belang niet te grote commissies betrokken moeten zijn
-4-