-9- VASTSTELLING 6. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d.9 januari VERORDENING 1978 om over te gaan tot wijziging van de "verordening op KEURLONEN. de heffing en invordering van keurlonen in de gemeente Dinteloord en Prinsenland". Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. VERKOOP GROND 7. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d.16 januari AAN C.G.MOL. 1978 om aan de heer C.G.Mol te Dinteloord, te verkopen een strook grond, gelegen achter zijn woning Pr. Irenestraat 12b, voor de prijs van 94,50. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. GRONDRESER- 8. a. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 VERINGEN. december 1977 om over te gaan tot reservering van een perceel grond, gelegen aan de van Heemskerckstraat groot 1500 m2, voor Gebr. van der Made B.V. te Dinteloord, ten behoeve van de bouw van een bedrijfs pand. De heer Hulshof vraagt of hier geluidshinder bij te pas komt. Voorts vraagt hij of het gehele perceel wordt be bouwd of maar een gedeelte daarvan. De heer de Visser meent, dat dit voorstel in de vorige vergadering is teruggenomen, omdat er milieu-technische bezwaren zouden zijn. Hij vraagt of deze bezwaren er nog zijn of dat deze zijn weggenomen. De heer Sturris heeft dezelfde vraag als de heer de Visser. Voorts is hem niet duidelijk, waarom in het reserverings- voorstel voor Brabant-Delta b.v. een clausule is inge bouwd en bij de andere voorstellen niet. De heer Buscop antwoordt, dat het bedrijf van Gebr. van der Made was gevestigd aan het Zuideinde. Klachten over dit bedrijf zijn nooit binnengekomen. De klacht, die nu is ingediend, gold danook zeker niet voor Gebr. van der Made Wat betreft het volbouwen van het terrein, zegt spreker, dat dit niet staat vermeld in de bij het bestemmingsplan behorende voorschriften, noch in de voorwaarden van het reserveringsvoorstel De heer Buscop zegt, dat het hier geen industriegrond betreft, maar grond voor verzorgende bedrijven, waarbij de mogelijkheid bestaat om een woning bij het bedrijf te bouwen Steeds wordt de voorwaarde gesteld, dat eerst het bedrijf wordt gebouwd en daarna de woning. De heer Boluijt vraagt of deze voorwaarde ook geldt voor Brabant-Delta b.v. De heer Buscop antwoordt, dat deze voorwaarde voor ieder een geldt. De heer Boluijt meent, dat het voor Brabant-Delta b.v. dan een moeilijke zaak wordt. De voorzitter merkt op, dat de bedrijfsbebouwing niet helemaal gereed behoeft te zijn, voordat met de bouw van de woning mag worden begonnen. -10-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1978 | | pagina 9