-13-
De heer ie Visser zegt, dat zijn tweede voorstel dan overbodig
is geworden en hij trekt dit danook in.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel aangeno
men.
16.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24. april 1978
HERBIBHIHG om in te stemmen met de procedure herziening van het streekplan
3TREEKPLAH V/est- Brabant
,v EST-BRABANT"Be heer van der ele zegt, dat er nogal veel aan vastzit om te
komen tot een streekplan "V/est-Brabant" en dat het hem allemaal
nog niet duidelijk is. Reeds in 1974 is door gedeputeerde state
aangekondigddat zij zullen onderzoeken of het streekplan aan
herziening toe is. In december van dat jaar is daarvoor een
commissie geïnstalleerd, maar tot op heden is daar- nog weinig
uitgekomen. Er is wel een advies, maar dit mag nog niet in de
openbaarheid komen. Over de werkzaamheden van deze commissie
zijn weinig positieve punten naar voren gekomen. Op de verga
deringen was meestal maar de helft van de leden aanwezig en var
W die helft waren er maar weinig, die een inbreng hadden.
Spreker vindt het wel begrijpelijk dat het moeilijk werken is,
gezien de onzekere plannen voor V/est-BrabantHij denkt hier
bij aan de verstedelijkingsnota, waarover nog geen duidelijk
heid bestaat, aan de plannen voor de eventuele vestiging van
een tweede luchthaven enz.
Op verzoek heeft de gemeente een advies gegeven over een her
waardering van het streekplan. Het adviesbureau van "Stad en
Landschap" heeft deze werkzaamheden verricht en reeds in no
vember 1975 is dit advies uitgebracht.
De heer van der Wiele vraagt of de bevolking inspraak krijgt
bij de herziening van het streekplan.
Voorts vraagt hij of het college het advies van het stedebouw
kundig adviesbureau over de ontwikkelingen in west-Brabant
voldoende vindt of dat het college van plan is om opnieuw
reacties te geven omtrent deze herziening.
Spreker vraagt vervolgens of de raad nog om een mening wordt
•gevraagd
De heer van der Wiele zegt, dat zijn fraktie zich wel kan ver
enigen met het standpunt dat het streekgewest alleen een door-
geeffunktie mag vervullen en een coördinerende rol tussen
gemeente en provincie vervult.
Hij vervolgt, dat tot nu toe weinig is terecht gekomen van de
inspraak van de bevolking. Van de streekcommissiewaarin een
gedeelte van de bevolking is vertegenwoordigd, is niets uit
gekomen.
Tot slot vraagt spreker, hoe men de bevolking er bij wil be
trekken.
De voorzitter constateert, dat de heer van der V/iele het eens
is met het voorstel van het college en dat hij alleen enkele
vragen heeft met betrekking tot de te volgen, procedure.
Spreker zegt dat uit de pers is gebleken, dat bij het streek
plan voor midden-Brabant een zeer brede inspraakprocedure van
de bevolking is geweest. Hij verwacht, dat dit bij de herzie
ning van bet streekplan V/est-Brabant ook het geval zal zijn.
De voorzitter denkt, dat wanneer de procedure eenmaal op gang
is, het college en ook de raad, met behulp van het stedebouw
kundig adviesbureau, een inbreng zullen hebben om mede te
bepalen hoe het streekplan eruit moet gaan zien.Hieromtrent
zullen nadere voorstellen aan de raad worden gedaan.
-14-
<0