-5-
WIJZIGING BE- 13.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 april 1978
STEMMINGSPLAN om afwijzend te beschikken op het verzoek van de heer P.A.Maris
"BUITENGEBIED"om het bestemmingsplan "buitengebied" te wijzigen.
De heer de Visser is het eens net het voorstel. Hij zou echter
de voorwaarde willen opnemen om, wanneer deze grond te zijner
tijd in het bestemmingsplan voor woningbouw wordt opgenomen,
de eigenaar de voorkeur krijgt om op een perceel in dat plan
een bungalow te bouwen.
De voorzitter weet niet of dit nu al vastgelegd moet worden,
maar zegt toe dit in de gaten te zullen houden.
De heer Sturris zegt, dat de bevordering van de woningbouw, en
niet in de laatste plaats die van de particuliere woningbouw,
hoog in het vaandel van zijn partij staat geschreven. Hij zou
de heer Maris toestemming willen geven om een bungalow te bou
wen op het perceel ten noorien van de Molenkreek.
Spreker heeft de situatie ter plaatse bekeken en kan zich geen
enkel argument indenken, waarom de vergunning zou moeten worde..
•geweigerd.
Enkele jaren geleden heeft de raad daaraan de bestemming
"landbouw" gegeven. Hij vraagt of het zo'n bezwaar zou zijn
om een klein gedeelte daarvan uit te sluiten.
In het raam van de huidige bebouwing vindt de heer Sturris,
de bouw van een bungalow goed uitkomen, omdat deze aansluit
aan de bestaande bungalowbouw
Spreker vindt het niet juist om met de wet in de hand ieder
particulier initiatief te doden. Hij stelt danook voor om de
gevraagde vergunning te verlenen.
De heer Hulshof begrijpt de heer Sturris niet. Nog niet zo lan*
geleden zijn er in de raad discussies gevoerd over de bouw van
een bungalow door de heer Verstraate. Het verzoek van de heer
Verstraate is toen afgewezen. Spreker vindt het niet juist om
nu van het gevoerde beleid af te wijken. Hij ziet de noodzaak
er niet van in om de heer Maris toestemming te geven tot het
bouwen van een bungalow op dat perceel.
De voorzitter zegt, dat de raad het bestemmingsplan met bij-
A behorende voorschriften heeft vastgesteld. Hij acht het niet
juist om zich daarvan af te laten leiden door de wensen en
verlangens van individuele personen en om zich te laten af
dringen van het beleid dat de raad in het kader van de ruimte
lijke ordening heeft te voeren. Wanneer de raad zou besluiten
om het bestemmingsplan ten behoeve van de heer Maris te wijzi
gen, dan moet ook naar andere zaken gekeken worden. Zoals be
kend is het de bedoeling om aan een ander perceel in het be
stemmingsplan een andere bestemming te geven, dat hierdoor
misschien doorkruist wordt.
De voorzitter begrijpt niet, hoe de heer Sturris als raadslid
met een dergelijk voorstel kan komen.
De heer Sturris zegt, dat het bestemmingsplan voor het buiten
gebied geen wet van Meden en Perzen is. De heer Maris vraagt
ontheffing voor een spie van zijn eigen grond, aansluitend aan
de Steenbergseweg. Dit is voor hem geen enkel bezwaar. Wanneer
er verzoeken zouden komen om klakkeloos in de polder te bouwen
dan ziet hij dit wel als een bezwaar.
-6-