-10- RONDVRAAG BEANTWOORDING 15.Van de heer Hulshof is de navolgende vraag ingekomen: SCHRIFTELIJKE 'Mijnheer de voorzitter, 'In de vergadering van 7 maart j.l. is er een discussie ont- 'staan over de vraag, mogen besprekingen die in besloten 'vergadering hebben plaats gevonden en waarvan wordt ge- 'vraagd deze voorlopig nog binnenskamers te houden, naar 'buiten worden gebracht. 'Zoals is gebleken, leiden deze besloten vergaderingen tot 'meningsverschillen, die de democratie niet bevorderen en 'tot de vraagstelling komen van welles of nietes. 'Gezien het voorgaande, hebben wij als P.v.d.A.-raadsfraktie 'besloten, de gemeenteraad de volgende voorstellen te moeten 'doen '1. De bespreking in het kader van de bezinning over het streekgewest in het openbaar te laten plaats hebben. Ook in andere gemeenten (waar wij geïnformeerd hebben) vinden deze besprekingen in het openbaar plaats. Iedere maand op een vaste dinsdagavond te vergaderen. Mocht de agenda niet te veel onderwerpen bevatten, dan het publiek de gelegenheid geven vragen te stellen, het zij aan het college, danwel aan de raadsleden. Zo er niets voor de agenda zou zijn, dan hetgene maar te behandelen, wat niet voor de openbaarheid bestemd is. Uiteraard wel bij uitzonderingsgevallen. Bij iedere tussentijdse vergadering, een vergadering van de commissies; deze echter op afzonderlijke avonden, zodat deze vergaderingen ook in het openbaar kunnen plaats vinden c.q. behoudens eventuele nog niet voor de open baarheid bestemde stukken." De voorzitter antwoordt het volgende: 'Eerst moet ik iets recht zetten. In de door de fractie van 'de P.v.d.A. gestelde vragen wordt gesproken van het houden 'van ""besloten"" vergaderingen. Zulke vergaderingen worden 'echter door de raad van de gemeente Dinteloord en Prinsen- 'land slechts zeer sporadisch gehouden. In de periode dat ik 'uw raad heb mogen voorzitten, is dit nog maar één keer voor- 'gekomen 'Wat in onze gemeente gewoonte is geworden, is, dat na afloop 'van een openbare vergadering, de leden van de gemeenteraad 'nog een tijdje nablijven om door het college van burgemeester 'en wethouders te worden geïnformeerd over plannen die in 'voorbereiding danwel in bewerking zijn, opdat de wetenschap 'van de leden van de raad niet al te ver ten achterblijft bij 'die van de leden van het college van burgemeester en wet- •houders 'Naar mijn overtuiging wordt dit ""na-praatje"" gewaardeerd 'en valt het maar moeilijk weg te denken uit de in onze ge- 'meente gevolgde praktijk van het verstrekken van informatie 'aan de leden van de raad over zaken die nog niet rijp zijn 'voor het nemen van een besluit. 'Thans de door de fractie van de P.v.d.A. gestelde vragen: '1. De zo dadelijk volgende bespreking met een delegatie van het streekgewest over organisatie, taak en bevoegdheden van het gewest, is ook zo'n informatieverstrekking. De -11-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1978 | | pagina 56