De heer Hulshof begrijpt de zaken niet meer. De gemeenteraad heeft een krediet gevoteerd voor het instellen van een distributie-planologisch onderzoek voor het vestigen van bedrijven in de gemeente. Nu wordt afgeweken van deze koers en gaat het college zelf met Schuitema onderhandelen, zonder eerst het rapport van dat onderzoek af te wachten. Spreker vraagt zich af waarom er een krediet is gevoteerd om dit onderzoek in te stellen. De heer de Visser heeft de brief van het college gelezen en de toelichting van de voorzitter gehoord. Hij ziet het ver band echter niet tussen het geval van der Giesen en het geval Schuitema. Hij vindt dit twee aparte gevallen. Schuitema heeft al enkele jaren optie op deze grond. Hij vindt het een zaak van Schuitema om te beslissen, wat zij met het pand gaat doen. Zolang Schuitema zich aan de bouw voorschriften houdt, heeft de gemeente niets te zeggen. Hetzelfde geldt voor de zaak van de heer van der Giesen. De raad moet alleen beslissen over het al dan niet wijzigen van het bestemmingsplan. Spreker begrijpt niet, dat het college nu ineens denkt aan de bestemming woningbouw voor het pand van de heer van der Giesen. Dit is de raad niet bekend en hij vraagt zich danook af hoe het college dit kan verkopen tegenover de heer van der Giesen. De heer de Visser herhaalt, dat hij geen verband ziet tussen de zaak Schuitema en de zaak van der Giesen. De voorzitter antwoordt met betrekking tot de woorden van de heer Hulshof, dat de raad een krediet moest voteren voor het instellen van een distributie-planologisch onderzoek, omdat gedeputeerde staten dit eisen alvorens zij een beslissing nemen op de herziening van het bestemmingsplan Kom. Er is een komplan. Dit plan staat toe, dat er aan beide zij den van het Raadhuisplein en de kreek winkels mogen worden gebouwd Aanvankelijk stond het college sceptisch tegenover dit onderzoek, omdat nog steeds bouwvergunningen konden worden verleend op grond van het geldende komplan. Uit besprekingen is gebleken, dat dit onderzoek toch wel zin heeft en ook de middenstand ziet dit in. De wanden aan weerszijden van de kreek en van het Raadhuisplein zijn n.l. bestemd voor winkelbouw. De woningen, die er nu nog staan, zouden ook als zodanig verbouwd en gebruikt kunnen worden. Dit betekent, dat er toch nog een aanzienlijke uitbreiding van de winkelvoorziening zou kunnen komen. Dat is de achter grond van de eis van gedeputeerde staten tot het instellen van een distributie-planologisch onderzoek. De voorzitter zegt verder, dat het college niet heeft ge steld dat er verband bestaat tussen de zaken Schuitema en van der Giesen. In de laatste weken hebben zich enkele ontwikkelingen voor gedaan, die het college genoopt hebben om het bestemmings plan "Oranjewijk" opnieuw te bekijken. Het college zegt niet, dat, wanneer er op de ene plaats een supermarkt komt, er op een andere plaats geen supermarkt mag komen. Uit besprekingen met de provincie, met CIMK en met de midden-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1978 | | pagina 50