-4- Uiteraard moet men dan provincies en gemeenten hebben die vol doende zv/.aarte hebben om die taken uit te voeren. Spreker kan zich voorstellen, dat men in een bepaalde regio tot herindeling zal moeten overgaan. Het kan dan b.v. gebeuren, dat een grote gemeente zoals Den Haag, opgeheven moet worden om daarvan met Rijswijk een nog grotere gemeente te gaan vormen. De voorzitter vervolgt, dat hij uit de motie van Pannerden be grepen heeft, dat deze gemeente zich v/il verzetten tegen een herindeling, omdat het eigenlijk een mode is tot samenvoeging van kleine gemeenten te komen. Uit de literatuur wordt nergens duidelijk, waarin de kleine gemeenten tekort schieten. Spreker vraagt de heer van der Wiele of hij van oordeel is, dat onze gemeente niet bij machte is om datgene wat vandaag aan de dag in het belang van de burgers is, te doen. Spreker vindt het merkwaardig, dat de heer van der V/iele zegt, dat kleine gemeen ten geen vuist kunnen maken tegen hogere overheden. Dit hangt, naar de mening van de voorzitter, af van de kwaliteit van de bestuurders. Zijns inziens zijn er wel kleine gemeenten, die dat wel kunnen en ook doen. De voorzitter herhaalt, dat een gemeente bij machte moet zijn om datgene te doen, wat vandaag aan de dag in het belang is van de burgers. Men kan dan niet simpel zeggen, dat een gemeente met minder dan 10.000 inwoners dat niet kan en een gemeente met meer dan 10.000 inwoners wel. Het lijkt er op, dat dit momenteel de idee aan het worden is. Daartegen verzet Pannerden zich en het college is het hiermee eens. Van geval tot geval moet worden be keken of reorganisatie nodig zal zijn. De voorzitter zegt vervolgens dat meestal in dit soort zaken geen adhesie wordt betuigd en verwezen wordt naar de V.N.G. In dit geval van bestuurlijke reorganisatie leeft echter de ge dachte dat de V.N.G. niet voldoende opkomt voor de belangen van de kleinere gemeenten. In de boezem van de V.N.G. is men ook daarover aan het denken en wil men daaraan iets gaan doen. Dat dit gebeurt is zijns inziens het gevolg van akties, zoals nu die van Pannerden en van groepen van kleine gemeenten. Onze adhesiebetuiging kan daarin een belangrijke rol spelen. Het college is niet van oordeel, dat er geen enkele ingreep in het bestuurlijk bestel mag gebeuren. Het moet dan echter wel gebeuren op goede zakelijke gronden en niet op basis van een of ander fictief criterium. De heer Bierkens v/il de Pv. dA.-fraktie een vraag stellen, om dat uit het betoog van de heer van der V/iele blijkt, dat hij het eens is met het beleid van de minister van binnenlandse zaken om gemeenten met minder dan 10.000 inwoners samen te voegen. De heer van der V/iele interrumpeert de heer Bierkens en zegt, dat hij het niet zo heeft gesteld. Het getal 10.000 is geen heilig getal. De heer Bierkens zegt, dat het getal 10.000 duidelijk als grens is gesteld. Men zal met sterke argumenten moeten komen om daar onderuit te komen. Spreker vraagt of hij mag concluderen, dat de P.v.d.A.-fraktie geen problemen zou hebben met een herindeling van de gemeente Dinteloord of een opheffing van onze gemeentel De heer Hulshof merkt op, dat dit nog niet ter sprake is en dat dit in het beleid van de minister naar voren zal komen. -5-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1978 | | pagina 196