-12- spreken over een schuurtje. De heer Hulshof merkt op, dat dit in het verslag van de commissie openbare werken staat vermeld. De heer Bierkens interrumpeert de heer Hulshof en merkt op, dat in het verslag staat, dat de heer van Boven meent, dat er een schuur wordt gebouwd. Dat is dus heel iets anders. Hij geeft de heer Boluijt gelijk, dat men van te voren niet moet praten over zaken die nog niet vastliggen. De heer Hulshof zegt, dat enige tijd geleden is besloten om geen bedrijven van buiten de gemeente aan te trekken. Om die reden is het verzoek van de fa. Goudt uit Rotter dam om grondreservering afgewezen. Ook de fa. de Bruin uit Oud-Gastel is om die reden afgewezen. Gesteld werd, dat er nog veel aanvragen van Dinteloordse bedrijven waren. Door de heer Bierkens is zelfs al gedacht aan de fa. Hulshof in de Westerstraat. Volgens hem moest dit bedrijf daar weg en daarvoor moet toch ook vervangende grond zijn. De heer Hulshof begrijpt Brabant-Delta b.v. niet goed. Deze firma heeft volop pakhuisruimte in deze gemeente gehad. De heer van Bavinckhoven, chauffeur bij dit be drijf, heeft om grondreservering verzocht en is afgewezen Nu komt Brabant-Delta b.v. met hetzelfde verzoek en nu zou dit verzoek ineens wel gehonoreerd moeten worden. De heer Hulshof zegt, dat wanneer de heer Boluijt weer wil interrumperen, hij hiervan zegt, dat "wiens brood men eet, wiens woord men spreekt". Dit zal spreker niet weer houden om om stemming te vragen. Het gaat hier om een werknemer, die s avonds met een busje met daarin enig reclamemateriaal voor vertegenwoordigers in de omgeving, thuis komt en dit wil opslaan. Zo was het eerste verzoek van de heer van Bavinckhoven omschreven. De heer Hulshof vindt, dat de heer van Bavinckhoven dan 's avonds dit materiaal maar bij de vertegenwoordigers moet bezorgen, die dan zelf voor opslag moeten zorgen. Hij herhaalt, dat hij het niet nodig vindt om hiervoor goedkope grond te reserveren om daarop een woning met een dubbele garage te bouwen. De heer Boluijt merkt op, dat de heer van Bavinckhoven geen chauffeur is, maar assistent-bedrijfsleider. Wat betreft het reclamemateriaal zegt hij, dat Brabant- Delta een werkrayon heeft van Limburg tot en met Zeeland. Het is dus niet mogelijk om 's avonds materiaal daar naar toe te brengen. De heer Hulshof vraagt, waarom dit materiaal in Dintel- oord moet worden opgeslagen. Komen de bedrijven uit Limburg en Zeeland dit in Dinteloord ophalen? De heer Boluijt antwoordt, dat Dinteloord ongeveer het middelpunt van het rayon is. De heer van Steen heeft ook moeilijkheden met deze reser vering. In de commissievergadering heeft hij gevraagd of dit legaal was en de sekretaris heeft hem toen geantwoord dat het wettelijk is toegestaan. -13

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1978 | | pagina 12