-3- Als laatste de S.G.P., wat begrijpelijk was om reden dat deze partij in het verleden er blijk van had gegeven tegen de meeste college voorstellen te stemmen. Maar wat niemand 11 verv/achtte gebeurde wonder wel. De S.G.P. beloofde zijn stem aan het C.D.A. en het verbond was gesloten. De kiezers die op 31 mei jl. C.D.A. hebben gestemd, weten niel wat voor beloften er aan de S.G.P. zijn gedaan door het C.D.A. om die stem te verkrijgen. Dat er voorwaarden zijn gesteld door de S.G.P. is vrijwel zeker en hun goed recht, anders zou het een afgang voor deze partij betekenen en geen zin meer hebben om over vier jaar weer met een lijst uit te komen, Mijnheer de voorzitter ik kan nog verder gaan b.v. al de meningen en uitlatingen die door diverse personen zijn gedaan via de pers en later weer werden ingetrokken, weer te geven, dat doen wij niet. Wij zien ook niet om in haat of v/rok jegens collega's in de raad, want deze woorden zijn uitgesproken in een politieke sfeer en hebben geen persoonlijke rancune; maar met dat al betreuren wij toch deze gang van zaken. Met een variatie op de woorden van de voorzitter, kan gesteld worden: "Politiek is een hoge schijnheilige zaak". Tegen deze achtergrond heeft het natuurlijk weinig zin om kandidaten voor te stel- len, toch moeten wij het doen om een alternatief te stellen. V/ij stellen daarom de raad voor om de kandidatuur van Hulshof en de Visser te steunen." De heer de Visser zegt het volgende: Mijnheer de voorzitter, Gaarne wil ik ten aanzien van deze wethoudersverkiezing enke- le kanttekeningen maken. Gezien de voorbesprekingen waarbij de kaarten reeds zijn geschud, kunnen wij dadelijk niet meer van verrassingen spreken. Mijn mening over deze gang van za- ken heb ik middels de West-Brabander reeds openbaar gemaakt. Uiteraard is mijn bezwaar niet tegen de heren wethouders Bierkens en Buscop persoonlijk gericht. Hun geschiktheid voor dit ambt is nimmer in het geding ge— weest en speelden dan ook geen rol bij de kandidaatstelling. Mijn of liever ons ongenoegen ligt in het politieke vlak. De manier waarop het C.D.A. van begin af aan 2 wethouders- zetels heeft geclaimd is in strijd met iedere democratische opvatting van politiek bedrijven. Het C.D.A. dat geen meer- derheid in de raad heeft, was met deze claim al direkt buiten haar boekje en toonde hiermee geen enkele tolerantie te hebben voor andere politieke groeperingen in onze ge- meente. Dat zij dit bovendien heeft doorgezet middels een verbond met de S.G.P. is voor mij een belachelijke zaak. Temeer, daar dit gepaard is gegaan met concessies, waarvan de draagwijdte in de praktijk misschien niet veel om het lijf zal hebben, maar die toch zeker de voormalige K.V.P. in het C.D.A. onwaardig zijn. Wat de eis van het C.D.A. om met een relatieve meerderheid 2 wethouderszetels op te eisen nog dit. Zijn zij vergeten dat zij vier jaren geleden met de V.V.D. de P.v.d.A zo zwaar heeft aangevallen om hetzelfde misbruik o.a. in Rotterdam en enkele andere gemeenten in Nederland. Zij scheppen hiermede een precedent, dat zich zelfs op lande- lijk niveau in de toekomst wel eens op kan breken.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1978 | | pagina 118