-5-
De voorzitter waardeert het in de heer Vriens, dat hij niet
alleen strijdbaar is naar buiten, maar ook strijdbaar naar
zichzelf toe. Hij weet zichzelf te overwinnen. In de Bijbel
staat hierover: "Wie zichzelf overwint, is sterker dan die
een stad inneemt".
Spreker denkt, dat de heer Vriens met die eigenschap in de
politiek terug zal komen. Hij wenst hem daarbij veel succes
toe'
De voorzitter dankt de heer Vriens voor zijn werk in de
gemeenteraad en biedt hem hierna een geschenk aan.
De voorzitter spreekt hierna de heer Boluijt toe, die vanaf
september 1958 tot september 1978 raadslid is geweest. Een
periode van 20 jaar. Spreker meent, dat er momenteel niet
zoveel raadsleden zijn, die het zo lang volhouden. In de
loop der jaren is het raadslidmaatschap niet gemakkelijker
geworden.
De heer Boluijt heeft van meet af aan deel uitgemaakt van
de commissie financiën en van de commissie voor de verorde
ningen.
De voorzitter herinnert zich dat de heer Boluijt in de af
gelopen ambtsperiode eenmaal de algemene beschouwingen bij
de behandeling van de gemeente-begroting voor zijn fraktie
hield, hetwelk een voortreffelijk verhaal was.
De persoonlijke indruk van de voorzitter is, dat de heer
Boluijt niet een man is die aan de weg timmert. Hij is geen
man van veel woorden en van aandacht trekkende woorden. De
instelling van de heer Boluijt is alleen te spreken, wanneer
het nodig is en wat hij dan zegt, getuigt van zakelijk in
zicht en wijsheid. Misschien is dat niet iets wat in de
politiek gevraagd wordt. In de politiek is het meer een
steekspel waar publiek bij zit.
Het feit, dat de heer Boluijt 20 jaar raadslid is geweest,
zegt veel over zijn integriteit en van zijn gehalte voor
wat betreft het zijn van een bestuurder van een gemeente.
De voorzitter heeft veel uitdrukkingen, spreekwoorden e.d.
gebruikt en hij zou bij de heer Boluijt willen zeggen:"Laat
uw woorden zijn als gouden appelen op zilveren schalen"
Hij dankt de heer Boluijt voor het vele werk dat hij in al
die jaren heeft gedaan.
Spreker leest hierna het raadsbesluit voor, waarbij de raad
hem benoemt tot ere-burger der gemeente en hem de ere
penning in zilver toekent.
De voorzitter overhandigt hem hierna een afschrift van het
besluit. Wegens tijdgebrek kan de penning hem nog niet wor
den uitgereikt.
De heer Buscop zegt hierna het volgende:
"Mijnheer de voorzitter,
"Gaarne wil ik van de gelegenheid gebruik maken enige woor-
"den te richten tot de heer Boluijt. In de eerste plaats,
"mijnheer Boluijt, wil ik u van harte geluk wensen met uw
"onderscheiding, met het ereburgerschap van onze gemeente.
"Dit mag toch voor u en voor ons allen een bewijs zijn, dat
"uw inbreng bij het medebesturen van onze gemeente zeer
"gewaardeerd is gev/orden.
-6-