-10-
De heer Buscop vervolgt, dat Gebr. van der Made hun be
drijf verplaatsen. Wanneer in het bedrijf elektro-motoren
van meer dan 2VZ p.k. gebruikt worden, is een hinderwets
vergunning nodig.
De heer Sturris zegt, dat de heer Buscop suggereert dat
een hinderwetsvergunning nodig kan zijn. Dit blijkt pas,
wanneer het gebouw er staat. Dan pas wordt vergunning ge
vraagd. Spreker vindt dit "het paard achter de wagen
spannen". Hij merkt op, dat er in die woonwijk al een be
drijf is, waarvan geluidshinder wordt ondervonden. Hij
had danook liever gezien, dat van te voren een onderzoek
was ingesteld en een rapport was uitgebracht, waaraan een
en ander getoetst kan worden.
De voorzitter antwoordt, dat de heer Sturris daarin mate
rieel wel gelijk heeft. Volgens de wet staan deze zaken
echter los van elkaar. Het is overigens wel de gewoonte,
om belanghebbende er op te wijzen, dat een hinderwetsver
gunning nodig kan zijn.
De heer Hulshof vraagt of nu niet hetzelfde gaat gebeuren
als bij Remus. De fa. Remus heeft ook eerst gebouwd.
Daarna kwamen bezwaren binnen over geluidshinder. De ge
meente moest toen weer een stukje grond afstaan om daar
iets te bouwen waardoor het geluid gedempt wordt.
Hij vindt deze handelswijze niet juist en geeft de heer
Sturris gelijk, dat van te voren moet worden nagegaan of
er geluidshinder aan te pas komt.
De voorzitter beaamt dat dit prettiger zou zijn, maar zegt
dat dit juridisch niet kan worden geëist.
De heer Hulshof concludeert, dat de adspirant-koper van
te voren weet, dat hij aan bepaalde eisen moet voldoen en
dat hij, wanneer hij elektro-motoren van meer dan 2% p.k.
gebruikt, hij op zijn eigen terrein voorzieningen moet
treffen om het geluid te dempen.
De voorzitter bevestigt dit. Betrokkenen worden vooraf
gewaarschuwd
De heer Bierkens merkt op, dat van te voren moeilijk kan
worden beoordeeld welke geluidshinder een bedrijf gaat
veroorzaken.
In de praktijk blijkt vaak pas dat de grenzen worden over
schreden.
Het gebeurt ook, dat met een bedrijf wordt begonnen, maar
na een paar jaar wordt de inrichting veranderd. Dan komt
vaak naar voren, dat het milieu wordt verontreinigd door
stank e.d. en moet alsnog een hinderwetsvergunning worden
gevraagd
Bij de fa. Remus was een hinderwetsvergunning afgegeven
met voorwaarden. In de praktijk bleek echter, dat nog meer
decibels geluid werden veroorzaakt. De fa. Remus heeft
toen vrij kostbare voorzieningen moeten treffen. Ieder,
die daar gaat bouwen, weet, dat wanneer zijn bedrijf
geluidshinder veroorzaakt, hij dit op eigen kosten zal
moeten herstellen.
De heer Buscop geeft hierna een toelichting op de clausu
le in het reserveringsvoorstel van Brabant-Delta b.v.
-11-