E^jjl
- 7
De heer de Visser wil zijn stem aan dit voorstel geven, waar
bij hij aantekent, dat een eventuele teleurstelling bij de
totstandkoming van dit kanaal, nooit de raad van Dinteloord
kan worden verweten.
Hij hoopt, dat het kanaal zal bijdragen tot een betere infra-
struktuur voor West-Brabant.
De voorzitter herinnert de raad eraan, dat hij in de vorige
vergadering zijn teleurstelling heeft uitgesproken over de
gang van zaken. Hij meent, dat de raad van meet af aan niet
goed met deze zaak omging.
Hij vergelijkt de opmerking van de heer de Visser, dat het
unfair zou zijn om de zaakru nog tegen te houden (wat de heer
van der V/iele in de vorige vergadering ook al opmerkte) met
voetbal, waarbij een speler bij een poging tot het maken van
een doelpunt zijn tegenstander haakt.
In dat geval is het nog erger, omdat het hier niet gaat om een
tegenstander, maar om een medestander. Een goede samenwerking
tussen publiekrechtelijke lichamen is belangrijker. Naar zijn
mening voelt de heer van der Wiele aan, dat het niet goed is
om"tegen" te zijn.
De voorzitter hoopt en zou het een heel goede zaak vinden, als
het beroep met algemene stemmen zou worden ingetrokken.
De heer Hulshof wenst niet verder te discussieren over dit
bestemmingsplan, omdat het standpunt van de PvdA-fraktie in
het verleden al meerdere malen bekend is gemaakt. Hij vraagt
stemming over dit voorstel.
Na hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen met 7
stemmen vóór en 4 stemmen tegen. Vóór het voorstel stemden de
heren van Steen, Bierkens, BuscopVriens, Boluijt, de Feijter
en de Visser en tegen stemden de heer Hulshof, mevr.Huijzers
en de heren van der Wiele en Sturris.
REORGANISATIE
BINNENLANDS
BESTUUR
14. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 axagustus
1978 om het standpunt van het streekgewest ten aanzien van de
reorganisatie binnenlands bestuur over te nemen.
De heer van der Wiele zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter,
U weet ons standpunt wel betreffende de reorganisatie van het
binnenlands bestuur voor wat betreft de indeling. Wij zijn
voorstanders van een mini-provincie West-Brabant. Ik ga hier
niet verder op in, omdat dit wel bekend is bij de raad.
V/ij moeten nu de brief beoordelen, die het Streekgewest
Westelijk Noord-Brabant aan de raden van de samenwerkende
gemeenten heeft gericht ten aanzien van de plannen van de
minister over wijziging van de provinciale indeling in het
kader van de bestuurlijke reorganisatie van dit land.
De provincie en ook het Streekgewest zijn unaniem van mening,
dat men nu nog geen oordeel kan vormen over de territoriale
uitwerking van de reorganisatie plannen, zolang er met de
decentralisatie geen ernst wordt gemaakt, d.w.z. wat de taken
en bevoegdheden worden van de nieuwe provincies en ook de
financiële verhoudingen tussen rijk en provincies niet ge
regeld is. V/ij denken, dat de minister zelf nog niet weet
wat de taken zullen zijn en dat dit vraagstuk een lange weg
zal worden zonder einde.
- 8 -