-9- VASTSTELLING BEDRAG PER LEERLING OLS. hulpverleningsorganisatie en om de brandweer en de gemeen ten op dat gebied een vuist te kunnen laten maken. Voorts is één van de taken van deze bond, dat er kontakten worden gelegd tussen bestuurders en brandweermensen. Spreker vindt het wel goed, dat een bestuurder ter zake op de hoogte is en hij vindt zo'n organisatie danook nuttig, mede op grond van de ervaring, die hij in zijn vorige gemeente heeft gehad. De voorzitter herhaalt, dat de bijkomende kosten niet zo hoog zullen zijn. De heer Hulshof is nog niet overtuigd van de noodzaak om toe te treden tot de her op te richten provinciale brand- weerbond. Alles is regionaal geregeld. De gemeente is aan gesloten bij het streekgewest en hij is danook van mening, dat hier een taak voor dit streekgewest ligt. De provin ciale bond heeft een hoofdbestuur nodig, wat ook de nodige kosten met zich brengt. De voorzitter antwoordt, dat wat we in de regio hebben, iets geheel anders is, dat is n.l. een brandweer op grotere schaal. De heer Hulshof zegt, dat wanneer de gemeente een probleem heeft op brandweergebied, advies kan worden gevraagd bij de VNG. De voorzitter merkt op, dat het doel van zo'n organisatie is om gezamenlijk studies e.d. te gaan verrichten. De VNG is een landelijke organisatie met in elke provincie een afdeling. Zo is het ook geregeld met de landelijke brand weerorganisatie, uitgezonderd in de provincie Noord-Brabant. Door een aantal bestuurders is dit als een leemte gevoeld en er zijn daarom stappen ondernomen om tot een provin ciale afdeling te komen. De heer de Visser is door de toelichting van de voorzitter overtuigd van de doelmatigheid van de provinciale bond. De heer Hulshof vraagt om een jaarverslag van deze bond, zodat bekeken kan worden, wat de activiteiten zijn geweest. De voorzitter antwoordt, dat wanneer men lid is, altijd een jaarverslag wordt toegezonden. Ook wil de heer Hulshof de zekerheiddat wanneer de bond niet voldoet, de gemeente direkt kan uittreden en niet verplicht is om nog jaren te betalen. De voorzitter zegt, dat dit altijd mogelijk is, want het is geen gemeenschappelijke regeling. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel aangenomen 8. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 janua ri 1977 om over te gaan tot vaststelling van het bedrag per leerling voor het jaar 1977 t.b.v. de openbare school voor g.l.o., zulks ingevolge artikel 55 bis der L.O.Wet 1920. Voorgesteld wordt het bedrag per leerling vast te stellen op 304,en het bedrag ter bestrijding van de administratiekosten op 30,per leerling. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. -10-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1977 | | pagina 9