-12- WIJZIGIN- 22. Het voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van GEN de gemeente-begroting 1976, wijzigingen 61 t/m 65 en tot GEMEENTE» wijziging van de gemeente-begroting 1977, wijzigingen 25, 27, BEGROTING 29 en 33, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 1976 EN 1977. RAADSLEDEN, VRAGEN 23. Vraag van de heer van Steen over onroerend goedbelasting. VAN De vraag luidt als volgt: "Waarom heeft het college, afwijkend van het advies van de "Vereniging van Nederlandse Gemeenten in de beide modelver» "ordeningen, waterstaatsobjecten als gemalen, zuiveringsin- "stallaties, bedrijfsgebouwen, alsmede kunstwerken, zoals "uitwateringssluizen, onder de onroerend goedbelasting ge bracht? "Het rijkssubsidie inzake de kosten van de waterhuishouding "is komen te vervallen waardoor de waterschapslasten opnieuw "een opwaartse druk ondergaan." Het antwoord van het college van burgemeester en wethouders luidt als volgt: "De door de heer G.van Steen gestelde vraag, betrekking heb bend op de vrijstelling van onroerend goedbelastingen t.b.v. "waterstaatsobjecten, kan als volgt worden beantwoord. "De verordening op de onroerend goedbelastingen in deze ge beente is door de gemeenteraad vastgesteld op 23 december "1974. "In deze verordening is een aantal vrijstellingen opgenomen, "zoals kerken, pastorieën, begraafplaatsen, monumenten, "abri:s, bruggen, tunnels, viaducten enz. "Bij brief van 10 december 1975 adviseert de Vereniging van "Nederlandse Gemeenten de verordening zodanig te wijzigen, dat "de vrijstelling van toepassing wordt verklaard op alle rio leringswerken en rioolwaterzuiveringsinstallaties met hun "gebouwde en ongebouwde aanhorigheden die ir, eigendom of beheer "zijn bij een publiekrechtelijk lichaam. "Naar aanleiding van deze brief heeft ons college aanvankelijk "besloten om bij de eerstvolgende wijziging van de belasting- "verordening ook deze vrijstelling op te nemen. "Uit nadien ingewonnen informaties bij het ministerie van "binnenlandse zaken is ons gebleken dat een zodanige wijziging "op dusdanige bezwaren zou stuiten, dat naar alle waarschijn lijkheid de wijzigingsverordening geen Koninklijke goedkeu- "ring zou verkrijgen en men adviseerde ons om het nader advies "van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten af te wachten. "Dit nader advies is verwerkt in een brief van de V.N.G. van "23 juni 1977, waarin zij haar eerder advies niet langer hand haaft en in overeenstemming met het gevoelen van de minister "van binnenlandse zaken als nieuw advies geeft om de bedoelde "vrijstelling niet in de verordening op te nemen." Vraag van de heer Hulshof over de ontvangst van televisie beelden. Hij vraagt het volgende: "Al geruime tijd wordt er door de bewoners van de Piet Heyn- "straat geklaagd over de slechte ontvangst van hun televisie beelden. Meedere malen heeft men dit bij de gemeente kenbaar "gemaakt. Tot op heden echter zonder resultaat. Kunnen er op -13-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1977 | | pagina 94