NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der ge
meente Dinteloord en Prinsenland, gehouden op dinsdag, 28
juni 1977, des avonds om 7.30 uur.
Aanwezig de heren: F.Hulshof, G.van Steen, M.Sturris, J.C.
Vriens, J.de Visser, I.A.Buscop en S.M.
Bierkens.
Afwezig met kennisgeving: mevr. L.G.Huijzers-de Geus en de
heren A.A.van der Wiele, A. de
Feijter en P.J.Boluijt.
Voorzitter: de heer H.D.W.Boven
Sekretaris: de heer N.Littooij.
De voorzitter opent de vergadering door voorlezing van het
formuliergebed.
De notulen van de vergaderingen van 10 en 31 mei 1977 wor
den onveranderd vastgesteld.
De heer Hulshof zegt, dat de raad in de vorige vergadering
het bezwaarschrift van de heer de Rooij met betrekking tot
de bouw van een paardenstal, ongegrond heeft verklaard. De
paardenstal staat er echter nog en spreker vraagt, wat de
bedoeling is.
De voorzitter antwoordt, dat de heer de Rooij nog in be
roep kan gaan volgens de AROB. Deze beroepstermijn is nog
niet verlopen.
Wanneer de heer de Rooij van deze mogelijkheid geen gebruik
maakt, dan weet hij, dat de paardenstal afgebroken moet
worden.
De heer Hulshof vervolgt, dat hij in de vorige vergadering
heeft gevraagd of Schuitema 10% reserveringsrente moest
betalen. Daarop heeft hij toen geen antwoord gekregen.
De heer Littooij antwoordt, dat het nog niet zeker is of
er nu 5% of 10% rente betaald moet worden. Institutionele
beleggers moeten 10% betalen, maar het is nog niet bekend
of Schuitema voor zichzelf het pand gaat bouwen. Schuitema
heeft nu 5% betaald, maar wanneer straks blijkt, dat hij
gaat verkopen, dan zal bij een eventuele verlenging van de
reserveringstermijn 10% berekend worden.
De heer Hulshof zegt vervolgens, dat de gemeente Halsteren
niet deelneemt aan de studie openlucht rekreatie. Hij
vraagt hoe het Streekgewest hierop heeft gereageerd en of
dit onderzoek nu toch in handen wordt gegeven van de
Grontmij
De voorzitter antwoordt, dat hij hierop geen concreet ant
woord kan geven, maar hij meent, dat de studie wel doorgaat,
ook al doet één gemeente niet mee, maar dan niet in op
dracht van het Streekgewest.
De heer van Steen merkt op, dat wanneer Halsteren niet
meedoet, dit onderzoek niet doorgaat.
De voorzitter zegt, dat alle deelnemende gemeenten ver
zocht zijn om dit onderzoek over te geven aan het Streek
gewest.
Wanneer één gemeente hiertoe niet wenst over te gaan, dan
gaat het onderzoek niet door.
De voorzitter zegt, dat bij de bepaling voor de datum van
deze raadsvergadering, het bekend was dat enkele leden
niet aanwezig konden zijn wegens vakantie. Eén lid, n.l.
de heer van der Wiele, is niet aanwezig wegens ziekte.
Hij is inmiddels weer uit het ziekenhuis ontslagen.