-22-
De heer de Visser zegt, dat de aanleg van het Mark-Vliet-
kanaal om diverse redenen nimmer zijn sympathie heeft ge
had. Ten eerste vanwege de kapitale uitgaaf voor zo'n
klein gebied. Ten tweede, omdat gesuggereerd wordt, dat de
industrie in Roosendaal het noodzakelijk maakt. Naar zijn
mening is er praktisch geen industrie in Roosendaal, die
daaraan behoefte heeft.
Ten derde gaat de aanleg van dit kanaal ten koste van kost
bare landbouwgrond.
Aan de andere kant zijn er motieven te vinden, die zijn
bezwaren zeer sterk afzwakken. In de laatste jaren wordt
veel geld uitgegeven voor de werkloosheidsbestrijding. In
dit kader zou de aanleg van het kanaal een goed werk zijn.
Ten tweede is scheepsvervoer een grote besparing ten op
zichte van wegvervoer.
Spreker zegt vervolgens, dat het bezwaarschrift van de ge
meente voor het grootste gedeelte was ingegeven door de
Suiker Unie.
Het bezwaarschrift is door de Suiker Unie ingetrokken.
Zijns inziens heeft de heer Brokx, namens gedeputeerde
staten, voldoende geantwoord op de door de raad gestelde
voorwaarden en gevraagde garanties gegeven.
Men kan wel spijkers op laag water blijven zoeken, maar
zijn rechtsgevoel komt hierbij in opstand. De aanleg van
het kanaal is een plan van gedeputeerde staten en goedge
keurd door de regering. Door speciale omstandigheden kan
de raad de aanleg van dit kanaal vertragen. Dit stuit hem
tegen de borst. Het gaat er om nu een beslissing te nemen
en hij is momenteel vóór het voorstel om het beroepschrift
in te trekken.
De heer van Steen zegt, dat de raad destijds een beroep
schrift heeft ingediend, waarvan de gevolgen toen niet te
overzien waren. Nu blijken al enkele gevolgen, die toen
niet konden worden voorzien.
Hij vindt het goed, dat er een mogelijkheid is om een be
roepschrift in te dienen. De provincie zou anders maar
kunnen doen met de gemeenten wat ze wil.
De heer van Steen vervolgt, dat de voorzitter heeft gesteld
dat de huidige Vliet zal moeten worden verbeterd, als er
geen kanaal komt. Spreker is er van overtuigd, dat dit
nooit zal gebeuren.
De scheepvaarttekorten worden inderdaad besproken in het
waterschap "West-Brabant". Men hoopt vóór 1 juli a.s. de
bedragen te weten. De provincie heeft aangeboden om
50.000,per jaar bij te dragen.
Van zijn fraktie-voorzitter heeft spreker zojuist vernomen,
dat de provincie al een schadevergoeding heeft betaald aan
de Suiker Unie. Hij kan personen noemen, die 4 a 5 jaar
geleden onteigend zijn en nog steeds niet zijn betaald.
Ook de heer Brokx heeft hem niet kunnen overtuigen en
spreker steunt het voorstel van de heer Bierkens om het
voorstel in stemming te brengen.
De voorzitter is van mening, dat wanneer het de raad ernst
is met de weg, het beroepschrift moet worden ingetrokken.
Doet de raad dit niet en wordt de aanleg van het kanaal
vertraagd, dan wordt de zaak opgeschoven.
Over de afweging van dit belang heeft spreker geen woord
gehoord.
In de tweede plaats vraagt de voorzitter zich af, wat er
gaat gebeuren, als de Kroon het beroepschrift verwerpt.