De heer Bierkens vraagt zich af, of het verschil maakt,
waar de ambtenaar is gehuisvest, of dat nu Roosendaal is
of Oudenbosch of Oud-Gastel. Voor hem maakt dat niets uit.
De voorzitter wijst er op, dat voor wat de W.W.V. betreft,
het de wens van het ministerie is dat niet alles en ieder
een wordt gecontroleerd, maar pas wanneer er een vermoeden
van fraude is, of een oneigenlijk gebruik maken van de
uitkering.
Voor een heksenjacht behoeft men niet bang te zijn, want
dat heeft het gemeentebestuur in eigen hand.
De heer Hulshof vraagt, waarom er dan twee ambtenaren aan
gesteld moeten worden.Als ze alleen op aanwijzing van het
gemeentebestuur een onderzoek instellen, dan zullen ze
toch niet elke dag op pad gestuurd worden.
De heer Bierkens antwoordt, dat het in de eerste plaats
gaat om de V-'.W.V.-uitkeringen. Van de 7 aangesloten ge
meenten zijn er dat gemiddeld 250 a 300. Daarbij komen dan
nog de A.W.W, en R.W.W.-uitkeringen waarvan nog meer aan
vragen binnenkomen.
De heer van der V/iele vraagt nogmaals, waarom de 7 aange
sloten gemeenten niet zelfstandig een ambtenaar kunnen
aanstellen en waarom men zich steeds afhankelijk stelt van
Roosendaal
Hij acht de 7 gemeenten capabel om zelf een ambtenaar te
benoemen
De voorzitter antwoordt, dat de 7 gemeenten deze ambtenaar-
benoemen, maar dat hij alleen huisvesting krijgt in
Roosendaal
De heer van Steen vindt het juist, dat deze twee ambtenaren
kunnen samenwerken en hij heeft er danook geen bezwaar
tegen, dat de huisvesting in Roosendaal zal zijn.
Bovendien kunnen de 7 gemeenten, wanneer dit na enkele
jaren nodig blijkt, de ambtenaar uit Roosendaal terughalen.
De heer Bierkens zegt, dat er soms dagen van controle voor
nodig zullen zijn om iemand op fraude te betrappen. Dit kan
niet achter een bureau gebeuren door de stukken in te zien.
Het is dus recherchewerk.
Op de vraag van de voorzitter, antwoordt de heer Hulshof,
dat zijn fractie kiest voor mogelijkheid a. n.l. om de
ambtenaar in één van de 7 aangesloten gemeenten te vestigen
en niet in Roosendaal. Hij dient een amendement op het
voorstel in.
De voorzi tter wijst de heer Hulshof erop, dat geen van de
andere aangesloten gemeenten voor mogelijkheid a. zal
kiezen.
De heer Hulshof vraagt of de 6 gemeenteraden al een uit
spraak hebben gedaan.
De voorzitter antwoordt ontkennend. Op de vraag van de heer
Boluijt, zegt hij dat met die gemeenten ook geen kontakt
is opgenomen, omdat de raden van die gemeenten uiteindelijk
beslissen. De colleges van burgemeester en wethouders
hebben wel een gelijkluidend voorstel gedaan, n.l. om te
kiezen voor mogelijkheid b.
De heer Bierkens merkt op, dat wanneer de aan te stellen
ambtenaar gevestigd wordt in b.v. Oud-Gastel, de kans be
staat dat hij zich te veel concentreert op gevallen uit
die gemeente en minder op die van de overige gemeenten.
Hierna brengt de voorzitter het amendement van de heer
Hu!l shof in stemming. Ka hoofdelijke stemming wordt dit
amendement verworpen met 4 stemmen vóór en 7 stemmen tegen.