-7- Spreker zegt, dat weigering van een bouwvergunning geheel volgens de wet is, maar hij vindt dit toch een vreemde situatie, omdat b.v. garagebouw wel toegestaan wordt. De heer Sturris vraagt of deze zaak is besproken in de vergadering van de commissie openbare werken. De heer Buscop bevestigt dit en zegt, dat de commissie unaniem dezelfde mening was toegeaaan als het college van burgemeester en wethouders. De heer de Visser merkt op, dat deze zaak zowel in de^ commissie openbare werken als in de commissie financiën is besproken. Er was toen een gecombineerde vergadering. In principe was de commissie het eens met de woorden van de tieren van der Wiele en Boluijt. Ter bescherming van onszelf moet vergunning worden geweigerd, maar wel tegen onze zin, aldus de heer de Visser. De konsekwenties zouden anders niet te overzien zijn. Do voorzitter zegt, dat ook het college van burgemeester en wethouders die mening is toegedaan. De heer van Steen zegt dat, wanneer de raad besluit om toch een bouwvergunning te verlenen, de voorzitter dit besluit ter vernietiging moet voordragen aan de Kroon. De voorzitter antwoordt, dat dit inderdaad het geval is, maar dat hij daarover toch eerst nog eens goed zou moeten nadenken De heer de Feijter begrijpt hieruit, dat er toch nog mazen in de wet zijn en dat er toch een mogelijkheid is om een bouwvergunning te verlenen. De voorzitter antwoordt, dat er twee mogelijkheden zijn n.l. handelen konform het bestemmingsplan en niet hande len konf'orm het bestemmingsplan. Artikel 19 van de wet op de ruimtelijke ordening voorziet hier niet in. Mevr. Huijzers vindc het een treurige zaak. Ook de heer van der Wiele is deze mening toegedaan. De heer Buscop merkt op, dat de heer van der Wiele dit bestemmingsplan zelf heeft vastgesteld. De voorzitter zegt, dat de bepalingen van het bestem mingsplan zouden moeten worden gewijzigd. Ook het water schap heeft nog een stem in deze zaak. Spreker vervolgt, dat aan het bestemmingsplan buitenge bied voor 2 punten goedkeuring is onthouden door gedepu teerde staten. Niet opgenomen waren n.l. het tracee voor de Zoornweg er. het tracee voor het Mark-Vlietkanaalomdat gevreesd werd dat de gemeente daarvan financieel nadeel zou ondervinden. Verzocht is toen aan gedeputeerde staten om een aanwij zing te geven en dan zouden deze gebieden wel worden aangewezen als weg resp. kanaal. Gedeputeerde staten hebben dit niet willen doen en toen is de raad in beroep gegaan bij de Kroon. Dat is al meer dan een jaar geleden en onlangs is bij informatie gebleken, dat de zaak weer om advies bij de provincie ligt. Voor wat het Mark-Vlietkanaal betreft, zou het mogelijk kunnen zijn, dat er binnenkort een aanwijzing komt. Wanneer dit het geval is, dan zou het bestemmingsplan moeten worden gewijzigd en tegelijkertijd zou dan het bestemmingsplan t.b.v. de bouw van een broeikas kunnen worden gewi jzigd -8-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1976 | | pagina 72