De heer Vriens is er in principe op tegen om de grond op
deze manier uit te geven, maar om een begin te maken met
de uitvoering van het kreekblokplan, wil hij hieraan zijn
stem wel geven. Hij vraagt of in de koopakte de voorwaarde
wordt opgenomen, dat op de strook grond, die tegen gere
duceerde prijs wordt verkocht, niet gebouwd mag worden.
De voorzitter antwoordt ontkennend; dit is niet opgenomen
in het bestemmingsplan. Nu is zowel woning- als winkelbouw
mogelijk.
De heer Vriens vraagt of er rekening mee gehouden is,wat
voor bebouwing er naast het pand van de heer Ruijzing komt.
De voorzitter antwoordt, dat naar zijn idee, naast het
pand van de heer Ruijzing weer een pand wordt gebouwd en
dat er dus geen opening is tussen die panden.
De heer Vriens vindt, dat dit in het bestemmingsplan moet
worden opgenomen. Hij is bang, dat wanneer dit niet ge
beurt, er panden komen met een achteruitgang vanaf de West
voorstraat
De heer Hulshof zegt, dat hierover uitvoerig is gesproken
in de vergadering van de commissie openbare werken. Deze
zaak zou nog onderzocht worden. Er schijnt nog een strook
grond eigendom te zijn van de heer Bunt naast het pand van
de heer Bunt. De heer Ruijzing heeft met zijn tekening
hiermee rekening gehouden.
De voorzitter weet hier niets van, maar zegt, dat nog een
kadastrale opmeting zal plaats vinden.
De heer Vriens bedoelt niet de linkse kant van het pand
van de heer Ruijzing, maar de rechtse kant. Wanneer aan
die zijde een ander bedrijf wordt gebouwd, wat het gehele
terrein bestrijkt, dan komen er zijns inziens moeilijk
heden.
De heer van der Wiele vraagt, of dezelfde financiële
clausule voor wat de diepte betreft geldt voor personen,
die daar een woning willen bouwen.
De voorzitter antwoordt bevestigend; daarom is juist die
clausule opgenomen. Deze mensen krijgen dan een grote tuin.
De heer Hulshof zegt, dat dat nu juist de vraag is van de
heer Vriens. Wanneer de panden tegen elkaar gebouwd warden,
dan vraagt hij zich af, hoe die mensen achter moeten komen.
De voorzitter antwoordt, dat deze zaak nog onderzocht moet
worden. Er zitten toch meer haken en ogen aan deze zaak
dan eerst verondersteld werd.
De heer van Steen zegt, dat gesproken is over woningbouw.
Wanneer ook dan een goothoogte van 9 m' wordt aangehouden,
dan betekent dit dus een dubbele bewoning.
De voorzitter beaamt dit: Dit wordt etagebouw.
De heer van Steen vindt dit niet mooi en zou dit willen
voorkomen.
De voorzitter antwoordt, dat de raad hiertoe heeft beslo
ten, omdat niet zeker was of winkelbouw alleen mogelijk
was.
De heer de Visser merkt op, dat etagebouw door sommige
mensen wordt gewaardeerd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel aan
genomen.
ALGEMEEN
GARANTIE-
BESLUIT
12.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 april
1976 om over te gaan tot vaststelling van een algemeen be
sluit tot het garanderen van rente en aflossing van lenin
gen ten behoeve van woningverbetering.