-7-
"1.In het Varaprogramma op 1 mei j.l. over Dinteloord is
de uitspraak gedaan door de heer van Batavia, dat,wan-
neer men als toekomstige inwoner van Dinteloord inlich-
tingen vraagt over het onderwijs in deze plaats, men de
mededeling krijgt, dat er een mooie nieuwe Chr.Hat.
School staat met goed personeel enz.5 en dat er verder
geen mededelingen gedaan worden over het verdere onder-
wijs in Dinteloord. Mijnheer de voorzitter, is dit
werkelijk zo?
"2.Is er gezegd, dat men de openbare school beschouwt als
een school voor de socialisten. Waaraan ontleent men
zo'n uitspraak?
"3.Wanneer het bijzonder onderwijs een vraag indient aan
de gemeente voor vernieuwing of uitbreiding voor hun
scholen, dit direkt zonder enquete te houden, met een
natte vinger door de raad wordt aangenomen, terwijl dat
voor aanvragen voor de openbare school heèl wat te
wensen over laat.
Zijn burgemeester en wethouders inderdaad van mening, dat
het beleid wordt uitgevoerd zoals is voorgesteld in
deze radio-uitzending?"
De voorzitter wil, alvorens de vragen te beantwoorden, en
kele opmerkingen maken naar aanleiding van de radio
uitzending. Hij meent, dat Dinteloord als woonoord er bij
zonder goed is uitgekomen en dat dit een goede reklame is
geweest. Spreker wijst er op, dat de personen uit Dintel
oord, die op bezoek zijn geweest in de studio in Hilversum,
geen doorgewinterde sprekers voor de radio zijn. Dat bete
kent, dat men voor verrassingen kan komen te staan, wanneer
men iets moet gaan zeggen. Bovendien vmoet niet vergeten
worden, dat de P.v.d.A.-mensen in intieme kring zaten en
dan wordt er iets gemakkelijker gesproken en ook wel eens
dingen gezegd, die beter op een andere manier gezegd hadden
kunnen worden. Ook worden de eigen belangen weieens iets
rooskleuriger voorgesteld. Voorts moet men niet vergeten,
dat de radiomensen wel eens vragen stellen, die iets te
ver gaan. Spreker kan zich voorstellen, dat men dan dingen
zegt, die men later soms betreurt. Hij meent danook, dat
sommige uitspraken met een korreltje zout moeten worden ge
nomen. Dit geldt zeker voor de uitspraak van de heer van
Batavia, dat een gemeente-ambtenaar zou zijn opgekomen voor
een bijzondere school en de openbare school niet tot haar
recht liet komen. Het is een ambtenaar niet toegestaan om
propaganda te maken voor een bepaalde school. De heer van
Batavia zou dit 2 jaar geleden zijn overkomen. Aangezien
er in die twee jaar noch van de zijde van de P.v.d.A.-
fraktie, noch van de zijde van de oudercommissie enige
klacht is ingekomen, gelooft de voorzitter, dat deze uit
spraak niet juist is, althans niet juist is overgekomen.
Met betrekking tot de tweede vraag, meent de voorzitter,
dat deze niet juist is gesteld. Uit de uitzending heeft hij
begrepen, dat de openbare school in het verleden een school
voor socialisten zou zijn geweest. Spreker heeft echter
vernomen, dat dit ook in het verleden niet zo was. Het
lévend bewijs zit in de raad n.l. de heer de Visser, die
m het verleden ook leerling is geweest van de openbare
school, evenals zijn kinderen.Hij is zelfs voorzitter van
de oudercomraissie geweest en de heer de Visser is beslist
geen socialist.