De heer Hulshof herhaalt vervolgens zijn vraag over de ver goeding aan de creche. In de brief van 5 juli 1976 staat een vergoeding vermeld van 600,per maand voor de pastorie en 50,per maand voor de creche als vergoe ding voor het tijdelijk onderkomen van het gemeentehuis. Spreker meent, dat op dat tijdstip de creche niet meer be stond. Bovendien is er een subsidie van 750,beschik baar gesteld voor de creche. De heer Littooij antwoordt, dat aan de raad de voorwaarden zijn medegedeeld, waaronder de huur van de gereformeerde pastorie zou plaatsvinden. Ten eerste een huurprijs van 600,per maand voor de pastorie en ten tweede 50,- voor de creche. Deze creche wordt gehouden tijdens de kerkdiensten. Eveneens is de christelijke peuterklas in de jeugdzaal gevestigd. De creche zou in de pastorie gehouden worden, maar omdat dit niet doorging, moest naar een andere ruimte omgezien worden. Daarvoor is het bedrag van 50, bestemd. Hiervoor was geen raadsbesluit nodig, omdat deze kosten voor 95$ subsidiabel zijn in A.C.W.-verbanden. Alle kosten voor een noodlokaliteit zijn in het bestek en dus in het gevoteerde crediet opgenomen. De heer Hulshof zegt met betrekking tot het antwoord van de voorzitter over zijn opmerkingen over de ambulancedienst, dat hij een voorval heeft aangehaald. Dergelijke fouten zijn echter meerdere malen gemaakt. Spreker heeft persoon lijk meegemaakt, dat de ziekenwagen via Kruisland naar Roosendaal reed. De heer Bierkens antwoordt, dat dit een normale route is. De heer Hulshof""is het niet eens met het antwoord over het zwembad. Vorig jaar is toegezegd, dat b.v. de verhuur van- de kantine nog eens nader bekeken zou worden. Hieraan is echter niets gebeurd. Getracht zou worden om meer inkomsten te verkrijgen. De heer Buscop antwoordt, dat het de bedoeling van de heer Hulshof was om bezuinigingen toe te passen en niet om meer inkomsten te verkrijgen. De heer Hulshof zegt, dat het een het ander niet uitsluit. De heer Buscop vervolgt, dat getracht is om bezuinigingen toe te passen op de personeelsvoorziening. Dit is uitvoerig onderzocht, maar er is geen oplossing gevonden. De heer Hulshof stelt, dat hij nooit heeft gezegd, dat er een bezuiniging op het personeel moest worden toegepast. Gezien de vele overuren van het personeel en gelet op de sluitingstijden tussen 5 en 6 uur, heeft hij gezegd, dat daarnaar gekeken moest worden om te trachten het zwembad, door b.v. het aantrekken van een derde pan konstant geopend te houden. Momenteel is het zo, dat de badmeesteres 6 maan den werkt en de badmeester 9 maanden. De overuren worden gedeeltelijk vergoed door vrije dagen. De overige dagen zou de badmeester voor ander werk beschikbaar zijn b.v. het opplakken van stickers op de vuilnisemmers. Deze situa.tie zou worden onderzocht en in de commissiever gadering aan de orde worden gesteld. Dit is echter niet ge beurd. De heer Buscop merkt op dat, wanneer een derde man aange steld zou moeten worden, de kosten nog hoger worden. De heer Hulshof is het hiermee niet eens. Dit is ook niet besproken in d'e raad, noch in de commissie openbare werken. De heer Buscop zegt, dat de ambtenaren dit hebben onder zocht en dat xoen is gebleken, dat het zwembad dan nog duurder zou worden. -37-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1976 | | pagina 168