V/at "betreft de verhuur van perceeltjes grond, die her en
der in de gemeente verspreid liggen, zegt de voorzitter,
dat dit niet zo*n eenvoudige zaak is. Hij wil deze zaak
nog eens grondig onderzoeken en een commissie ad hoe in
stellen ter advisering.
Met betrekking tot de door de heer Hulshof gemaakte opmer
king over de peuterklas, antwoordt de voorzitter, dat dit
geen zaak voor de gemeente is. Peutercreches zijn niet wet
telijk geregeld.
Hij meent overigens, dat de peuterklas al weer onderdak
heeft. Door het ministerie van C.R.M. is ook een subsidie
beschikbaar gesteld van 2.500,
De voorzitter weet niet goed raad met de door mevr. Huijzers
gemaakte opmerkingen over het gebruik van asbest. Er is
inderdaad een asbestbesluit en wanneer een aanvraag om
hinderwet binnenkomt, zal met dit besluit rekening worden
gehouden.
De voorzitter sluit zich gaarne aan bij de woorden van dank
aan de ambtenaren, die hebben meegewerkt aan de totstand
koming van de begroting, in het bijzonder de heer Verwijs.
Spreker herinnert zich, dat de raad vorig jaar nogal lang
heeft vergaderd over de begroting. De begroting, zoals die
nu is aangeboden, is eigenlijk een weerslag van de finan
ciële konsekwenties van raadsbesluiten, die in het verleden
zijn genomen.
Op zich zelf zou de begroting, wanneer deze goed is opgezet,
niet zoveel stof tot discussie behoeven op te leveren.
Als men algemene beschouwingen naar aanleiding van de be
groting houdt, en hij konstateert met dankbaarheid dat dit
in deze vergadering ook is gebeurd, dan gaat het er vooral
om, dat de raad met het oog op de toekomst, bepaalde be
schouwingen geeft, waarbij dan het college met die be
schouwingen rekening kan houden bij het uitstippelen van
het verdere beleid. Het college werkt dan niet zo in de
mist, maar heeft dan een duidelijk tableau voor zich van
wat er zoal in de diverse politieke geledingen leeft.
Spreker zegt, dat er in deze vergadering ook een aantal
opmerkingen is gemaakt, die er niet in thuis horen. Hij zou
de leden van de raad danook willen verzoeken om bij de be
handeling van de begroting in volgende jaren, zich te be
zinnen over wat nu werkelijk bij zo'n begrotingsbeschouwing
naar voren moet worden gebracht.
Hij herinnert zich, dat vorig jaar vragen zijn gesteld, die
zoveel tijd vergden om te beantwoorden, dat de vergadering
nogal lang duurde, wat voor het publiek ook niet zo prettig
was.
De voorzitter meent, dat het misschien aanbeveling verdient,
dat de raadsleden bij de volgende begrotingsbehandeling,
vooraf hun algemene beschouwingen bij het college indienen.
Het wordt dan mogelijk om beter en sneller te antwoorden
voor het college.
In de tweede instantie zegt de heer Hulshof naar aanleiding
van de opmerking van de voorzitter dat algemene beschouwin
gen achterwege kunnen blijven, dat bij een begroting met
toelichtingen deze zijns inziens wel noodzakelijk zijn en
blijven. Het een sluit het ander niet uit. Spreker heeft in
eerste instantie gesteld, dat op de gemeente-sekretarie een
extra ambtenaar niet behoefde te worden aangesteld, wanneer
de bouwvereniging zelfstandig zou worden. De bouwvereniging
zou dan zelf een ambtenaar kunnen benoemen.
Spreker zegt voorts geen antwoord tc hebben gekregen op
zijn vraag met betrekking tot het presentiegeld voor de
raadsleden. ->r