Door de heer Hulshof wordt naar voren gebracht, dat de
tot nu toe gevolgde procedure met betrekking tot grond-
reservering moet worden gehandhaafd. Wie eenmaal gereser
veerd heeft, blijft gegadigde voor de gereserveerde kavel*
Nu er twee kavels zijn vrijgekomen, moeten de eerstvolgen
de twee gegadigden aan bod komen. De mening van de vorige
spreker, als zou de gemeenteraad geen taak in deze hebben,
wijst hij af. De verdeling van de vrijgekomen kavels
moet plaatsvinden overeenkomstig het advies van de commis
sie openbare werken. D.w.z. kavel Buitendijk (700 m2)
naar de heer van Batavia en kavel Jansen (650 m2) naar de
heer Korst.
Door de voorzitter wordt naar aanleiding hiervan opge
merkt, dat hem gebleken is, dat de heren Korst en van
Batavia het niet eens waren met het advies van de commis
sie; door hen werd juist het tegenovergestelde beoogd
n.l. de kavel van Buitendijk (700 m2) naar de heer Korst
en de kavel van Jansen (650 m2) naar de heer van Balaria.
De heer Hulshof stelt, dat Korst de eerste gegadigde was
voor de vrijgekomen grond en dat aan hem de kavel van
650 m2 dient te worden toegewezen. De heer van Batavia
zou dan de kavel van 700 m2 krijgen, waarmede dan alles
bij het oude zou blijven en er niets veranderd zou hoeven
te worden.
De heer Sturris is tot een andere conclusie gekomen als
in het voorstel van het college is uiteengezet. Zijns in
ziens is er geen beletsel om één der kavels aan H.J.J.
Slings uit te geven,waarmede dan het probleem rond de aan
vraag van de heer van Batavia zou zijn opgelost. Hij kan
zich met de door het college van burgemeester en wethou
ders voorgestelde volgorde verenigen. De naar zijn mening
meest eerlijke indeling is: de. kleinste kavel toewijzen
aan de heer Helmons, de kavel van 700 m2 aan Slings en de
kavel van 750 m2 aan Korst of van Batavia.
De voorzitter antwoordt hierop, dat deze aangelegenheid
in de vorige vergadering door het college is teruggenomen.
Immers in de kort daarvoor gehouden bespreking van de
commissie openbare werken was een nieuw gegeven naar voren
gekomen, dat tijdens de voorvorige raadsvergadering niet
bekend was n.l. dat zowel Helmons als Duijvelaar de mo
gelijkheid hadden gehad om een keuze te doen. Na doorle
zing van het dossier is hem gebleken, dat het advies van
de commissie om de eerste keuze te laten aan de heer Korst
of van Batavia en niet aan Helmons alle grond miste.
Na aanmelding van de heer Helmons op 11 juni 1976 is door
gemeentewerken aan het college geadviseerd hem op de ln£t
van gegadigden te plaatsen. Blijkens dat advies was hem
nog geen bepaald kavel toegewezen. Het college heeft toen
een fout gemaakt. Het advies van gemeentewerken is in de
vergadering van het college van 25 juni d.a.v. behandeld
en toen is - in afwijking van dit advies - besloten aan
betrokkene toch een kavel toe te wijzen, te weten dat van
750 m2, terwijl er op dat moment nog minstens twee kavels
van 625 beschikbaar waren. De heer Helmons had toen
reeds mondeling zijn voorkeur voor een kleinere kavel uit
gesproken.Later is dit verzoek nog meerdere malen door hem
herhaald.