OPENING.
NOTULEN.
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente
Dinteloord en Prinsenland, gehouden op dinsdag, 19 augustus
1975, des avonds om 7.30 uur.
Aanwezig de heren: G.H.Migchielsen, A.A.van der Wiele, P.J.
Boluijt, M.C.Sturris, P.Hulshof, A.de Feijter, G.M.G.J.M.van
Steen, J.C.Vriens, J.de Visser, I.A.Buscop en S.M.Bierkens.
Voorzitter: de heer H.D.W.Boven.
Sekretaris; de heer N.Littooij.
1De voorzitter opent de vergadering door voorlezing van
het formuliergebed.
2. Naar aanleiding van de notulen, vraagt de heer van Steen
om een nadere toelichting over de verhoogde prijs van de
brandweerauto.
De voorzitter antwoordtdat nog geen antwoord is ontvan
gen van de fa.den Boer en dat een tweede brief is verzon
den naar deze firma.
De heer Hulshof zegt, dat hij bij gelegenheid van de be
handeling van het verzoek aanschaf leermiddelen voor de
Chr.Nat.School, een betoog heeft gehouden. Hij heeft daar
bij alle drie de scholen genoemd en niet alleen de open
bare school. Uit het gesprek is later de o.l.s. naar voren
gekomen. Nu zal een voorstel worden behandeld voor aan
schaffingen voor de openbare school en spreker is hier
dankbaar voor.
De voorzitter zegt, dat de heer Hulshof zich in de vorige
vergadering heeft laten meeslepen in het vuur van zijn
betoog en dat hij toen aanmerkingen maakte op het bestuur
van de openbare school.
De heer Hulshof zegt, dat hij dit deed, omdat de voorzit
ter in zijn antwoord hem aanviel over de openbare school
terwijl spreker in eerste instantie niet over de openbare
school gesproken had. Hij sprak toen om voor de drie
scholen één lijn te trekken.
De voorzitter herinnert zich de zaak niet meer zo goed,
maar is de heer Hulshof erkentelijk, dat hij toegeeft, dat
hij in de vorige vergadering een beetje de verkeerde kant
opging.
De heer Hulshof is het hiermee niet eens.
De heer Buscop merkt op, dat de heer Hulshof het college
van burgemeester en wethouders verweet, dat de openbare
school achtergesteld werd ten opzichte van de bijzondere
scholen. Hij vraagt of de heer Hulshof deze mening nog is
toegedaan.
De heer Hulshof herhaalt, dat hij niet begonnen is over
de openbare school, maar dat de voorzitter dit deed. In
de discussie is later de openbare school ter sprake geko
men en toen heeft spreker gezegd, dat, wanneer het be
stuur van de openbare school het goed wil doen, ook deze
school in aanmerking komt voor diverse aanschaffingen.
Het bestuur is toen zijns inziens in gebreke gebleven.
De heer Buscop concludeert, dat op het bestuur van de
openbare school kritiek is uitgeoefend en hij vraagt nog
maals of de heer Hulshof dezelfde mening nog heeft.
De heer Hulshof zegt, dat, gezien de voortvarendheid waar
mee nu wordt gewerkt, hij een andere mening is toegedaan.
-2-
