De notulen van de vergadering van 23 december 1974
worden onveranderd vastgesteld.
Naar aanleiding van de notulen zegt de heer Hulshof
dat op blz. 5 staat vermeld, dat wanneer de raad een
voorstel tot belastingverhoging niet aanneemt, dit
middels een begrotingswijziging zal worden verwerkt.
Spreker vraagt, hoe de afwijzing van verhoging van de
hondenbelasting is verwerkt.
Op blz. 17 staat, dat de heer Buscop de door de heer
van der Wiele gemaakte opmerkingen in de gewestraads
vergadering aan de orde zal brengen. Spreker merkt op,
dat dit niet is gebeurd en dat de heer Buscop op die
vergadering niet heeft gesproken.
De heer Buscop maakt de heer Hulshof er op attent,
dat de bedoelde punten op de agenda van de gewe^traads-
vergadering stonden en dat hij deze punten daarom niet
aan de orde behoefde te stellen.
De heer Hulshof zegt nogmaals, dat de heer Buscop
over deze zaken niet heeft gesproken en dat uit de
gewestraadsvergadering ook geen antwoord is gekomen.
De heer Buscop vindt dit een andere zaak. Hij zou deze
punten aan de orde hebben gesteld, wanneer ze niet op
de agenda hadden gestaan.
De heer van der Wiele merkt op, dat over de Tweede
Nationale Luchthaven helemaal niet is gesproken en
dat dit punt is verschoven.
De heer Hulshof vervolgt zijn betoog en vraagt of
reeds kontakt is opgenomen met het vliegveld Seppe of
dat dit nog moet gebeuren.
De voorzitter antwoordt, dat dit nog niet is gebeurd,
maar dat dit natuurlijk wel zal gedaan worden.
Voor wat betreft de hondenbelasting, zegt de voorzit
ter, dat dit niet verwerkt behoefde te worden in een
begrotingswi jziging omdat er nog een post "onvoorziene
uitgaven" is. Deze post is met de voorgestelde verho
ging van de opbrengst van de hondenbelasting, vermin
derd
De heer Hulshof zegt vervolgens, dat op blz. 28 is
vermeld, dat na de sluiting van het badhuis nog met
de raad gesproken zal worden over het badhuis. Spreker
heeft echter gelezen, dat het badhuis op 1 februari
1975 gesloten wordt. De heer Hulshof zegt, dat zijn
fraktie niet tegen sluiting van het badhuis is, maar
dat hij wel graag wil weten, wat er gaat gebeuren met
de vrijkomende uren van de concierge.
De voorzitter interumpeert de heer Hulshof en zegt,
dat te zijner tijd een voorstel aan de raad zal worden
gedaan. De sluiting van het badhuis op 1 februari 1975
is reeds in de vorige vergadering besloten.
De heer Hulshof ontkent dit.
De voorzitter zegt nogmaals, dat dit punt in een vol
gende vergadering zal worden behandeld.
De heer van der V/iele zegt met betrekking tot de slui
ting van het badhuis, dat zijn fraktie tot andere
gedachten is gekomen.
De voorzitter antwoordt, dat de heer van der Wiele dit
van te voren had moeten mededelen, in ieder geval
vóór de raadsvergadering.