Hij acht een muziekvereniging voor een kleine dorpsgemeen schap onmisbaar. De harmonie treedt bij alle voorkomende festiviteiten op en hij meent, dat die vereniging danook altijd gesteund moet worden. Tavenu heeft een subsidie gevraagd van 900,burgemees ter en wethouders hebben dit teruggebracht tot 500, Spreker vraagt of dit een éénmalig subsidie is en of het bestaande subsidie van 250,— voor volgende jaren ge handhaafd blijft. De heer de Feijter zegt, dat er nog meer koren zijn, die ook optreden. Zijns inziens zouden die ook voor een subsi die in aanmerking komen. Tavenu treedt naar zijn mening niet meer op dan de kerkkoren en het bejaardenkoor. De heer de Feijter wil dit jaar zijn stem geven aan een subsidie van ƒ.500,aan Tavenu, maar zal in het vervolg hieraan zijn stem niet meer geven. Hij acht ƒ.250,voor de toekomst voldoende. De heer Bierkens zegt het niet juist te vinden, dat in de raadsvergadering bij het verlenen van subsidies over het beleid van de besturen van de verenigingen gesproken wordt. Hij vindt het onjuist om te zeggen, dat aan een vereniging een subsidie zal worden verleend wanneer daarbij wordt aangegeven dat het beleid naar een bepaalde richting moet worden omgebogen. Spreker is van mening, dat Tavenu in een bepaalde culturele behoefte voorziet. In 1959 is door de gemeenteraad een subsidie vastgesteld van 250,en hij vindt het danook billijk, gezien de inflatie, dat dit be drag nu verhoogd wordt tot 500, De heer Bierkens zegt vervolgens, dat het tekort bij Tavenu voornamenlijk is ontstaan door de aanschaf van een piano. Hij vindt een subsidie van 500,medegezien de subsidiëring aan andere verenigingen, zeker op zijn plaats. De voorzitter merkt op, dat de verhoging tot 500,ook is voorgesteld in verband met de geldontwaarding. Vervol gens zegt hijdat ook burgemeester en wethouders niet ge lukkig zijn met het besluit van Tavenu om afstand te doen van donatiegelden, zoals ook in het prae-advies is vermeld. Daarom is aan Tavenu verzocht om in overweging te nemen om terug te komen op haar besluit. Het particulier initiatief vindt de voorzitter erg belangrijk. De heer van Steen zegt, naar aanleiding van de woorden van de heer de Visser, dat Tavenu de 2 uitvoeringen b.v. terug kan brengen tot één uitvoering en dan toch de donatiegelden kan innen. De heer de Visser wijst er op, dat hij geen bestuurslid is van Tavenu en dus ook niet spreekt namens die vereniging. De heer Vriens meent, dat Tavenu ten behoeve van de aan schaf van een piano b.v. een aktie had kunnen organiseren, evenals de muziekvereniging dit heeft gedaan voor de aan schaf van instrumenten. De voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders niet hebben voorgesteld om de piano ook te financieren. De heer Buscop zegt, dat aan diverse verenigingen subsidies zijn verleend in het verleden, welke subsidies regelmatig zijn verhoogd. Dit vindt hij een normale zaak. Wanneer het subsidie aan Tavenu ook regelmatig zou zijn verhoogd, dan was dit bedrag veel hoger geweest dan nu het geval is. Het subsidie aan Tavenu van 250,is in 1959 vastgesteld. De heer Hulshof vraagt of de wettelijke voorschriften het toelaten om meer subsidie te verlenen. r

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1975 | | pagina 67