De voorstellen aan de raad worden breedvoerig gemaakt en
geven de mogelijkheid om de zaken goed te bestuderen.
Bovendien was het zo, dat wanneer er onbegrijpelijke of
aanvechtbare zaken waren, deze ter discussie werden ge
steld op een democratische wijze en hierop door burgemees
ter en wethouders voldoende uitleg en voorlichting werd
gegeven. Spreker ziet het instellen van commissies niet
zo zitten. Hij zegt, dat in het voorstel staat, dat in
sommige gevallen de commissies remmend zullen werken en
hier is de heer Sturris het mee eensHij herhaalt zijn
vraag of het instellen van commissies wel zo urgent is en
of er wel zo'n behoefte aan is. Spreker gelooft ook wel,
dat in steden zoals Rotterdam, den Haag en Amsterdam
behoefte aan commissies bestaat. Dinteloord is echter niet
zo groot en hij zegt, dat met het instellen van commissies
grote kosten gemoeid zullen zijn en ook daarom is hij er
niet zo gelukkig mee.
De heer Sturris zegt vervolgens, dat in artikel 12 staat
vermeld, dat in de regel de commissievergaderingen niet
openbaar zullen zijn. Spreker vindt de woorden "in de
regel" rekbaar. Hij vraagt of de commissievergaderingen
nu openbaar zijn of niet.
De voorzitter antwoordt, dat dit in artikel 12, lid 2
staat vermeld.
Ook met lid 2 van artikel 12 is de heer Sturris niet ge
lukkig. Dit zou zijns inziens stremmende gevolgen teweeg
kunnen brengen, wanneer toeschouwers bij de ene vergade
ring wel aanwezig zijn en bij een volgende vergadering
niet.
De heer de Fei.iter kan wel instemmen met het instellen
van deze commissies. Hij vindt dat eerst moet worden afge
wacht hoe de commissies werken, alvorens over te gaan tot
het instellen van andere commissies. De heer de Feijter
vindt éénmaal per maand vergaderen nogal veel en hij acht
het niet nodig om een vaste datum te noemen. Wanneer
blijkt, dat een vergoeding noodzakelijk is, dan moet
hiertoe worden overgegaan.
De heer van Steen vraagt of de frakties, voordat tot stem
ming wordt overgegaan, hun kandidaten bekend willen maken.
De voorzitter antwoordt op de eerste vragen van de heer
van Steen, dat de heer Buscop het voorzitterschap van de
commissie openbare werken op zich neemt en de heer Bier-
kens het voorzitterschap van de commissie gemeentefinan
ciën.
Spreker zegt, dat de heer van der Wiele, die het niet
nodig oordeelt om 4 plaatsvervangende leden te benoemen,
daarin gelijk heeft, als men het goed democratisch
funktioneren buiten beschouwing laat. Het zal inderdaad
niet vaak voorkomen, dat alle 4 leden tegelijkertijd ver
hinderd zijn. Vanuit een democratisch oogpunt bezien, zullen
voor het goed funktioneren, de commissies zo geschakeerd
mogelijk moeten zijn samengesteld. Dat wil zeggen, dat in
elke commissie zoveel mogelijk frakties vertegenwoordigd
moeten zijn en vanuit dit oogpunt bezien, moet voor elk
lid een plaatsvervangend lid worden benoemd.
De voorzitter vervolgt zijn antwoord en zegt, dat in de
verordening niet is opgenomen om in de commissies leden
buiten de raad te benoemen.