De heer van Steen is ter plaatse de zaak gaan bekijken en hij vraagt of er in de gemeente werkelijk wateroverlast is. Uit de stukken blijkt, dat er sprake is van verwaar loosd onderhoud. Spreker zegt, dat dit ook niet anders kan, omdat de gemeente niet bij machte is, om deze sloten machinaal te reinigen. De grond is gedeeltelijk eigendom van particulieren en gedeeltelijk van de gemeente met daaromheen een dichte bebouwing. De heer van Steen vraagt zich af of er rekening mee ge houden is, dat bij regenval deze zaak steeds blijft terug komen Spreker zegt, dat een strook grond van 3 m nabij de Oost- groeneweg is aangekocht in het verleden, om de mogelijk heid te hebben om de sloot machinaal te reinigen. Door vestiging van het bedrijf van de heer Remus en van de heer Huijzers, is het onmogelijk geworden om de sloot machinaal te reinigen en de strook grond is dus voor niets aangekocht en is waardeloos. Spreker noemt ook de sloot aan de Pr.Margrietstraat.Hier voor is de gemeente niet alleen aansprakelijk, maar het is hem bekend uit een onderhoud met de omwonenden, dat schoonmaken sporadisch plaats vindt. Nog erger vindt spreker het, dat de bevolking deze sloten gebruikt als vuilnisbelt. De heer van Steen begrijpt, dat deze sloten dienen voor de afvoer van oppervlaktewater en niet gedempt kunnen wor den. Het onderhoud is voor rekening van de gemeente en spreker wijst er op, dat voor de toekomst rekening moet worden gehouden met de hieraan verbonden, steeds terug kerende kosten. De heer Hulshof is het in grote lijnen eens met de heer van Steen. Hij zegt, dat de omwonenden niet alleen last hebben van wateroverlast, maar ook van stankoverlast. Er moet iets gebeuren. De enige oplossing zou zijn om de sloten te dempen. In het voorstel wordt een aantal sloten genoemd. Spreker vraagt of er nog meer sloten zijn, die tot dit onderhoud van de gemeente behoren. Hij denkt hier bij aan de vijver rondom de N.H.Kerk en hij meent, dat de eigenaar voor onderhoud daarvan aansprakelijk is. De heer Hulshof vraagt of het mogelijk is om tot overeen stemming te komen met de N.H.Kerk, om deze vijver grondig schoon te maken. Spreker herhaalt, dat hij het grotendeels eens is met de heer van Steen en dat ook de bewoners schuldig zijn aan de vervuiling van de sloten. De enige oplossing is dus om de sloten te dempen. De voorzitter antwoordt, dat dit niet mogelijk is. De heer Boluijt vraagt of het mogelijk is, dat bepaalde sloten in de gemeente gedempt worden en om daarop riole ring aan te leggen in samenwerking met de bewoners. De heer Buscop zegt, dat riolering alleen niet voldoende is en dat ook een drainage moet worden aangebracht. De heer Hulshof meent, dat het oppervlaktewater in de riolering kan komen. De voorzitter merkt op, dat niet gesproken wordt over het voorstel. De heer van Steen en de heer Hulshof spraken over het ontstaan van de situatie. Die situatie is er nu eenmaal en het is thans mogelijk om in het kader van de werkloosheidsbestrijding hier iets aan te doen.Het gaat er nu om of de raad bereid is om een krediet te voteren.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1975 | | pagina 35